hotness 0
News

Column: Vertrouw de critici, niet de ontwikkelaar

Gepost door

 

Er zijn van die gameseries die eeuwenoud lijken. Die reeksen waar je je als klein kind al met volle toewijding mee kon vermaken en die vandaag de dag nog altijd garant staan voor een hoop speelplezier. Dergelijke series zijn voor giganten als Nintendo, één der oudste gamesontwikkelaars zijnde, zonder enige twijfel essentieel voor hun succes; consumenten weten waar ze appreciatie voor hebben en steken hun volle vertrouwen, plus een hoop zuurverdiende centen, in zo’n naam. Iets dat, hoewel op zich een onschuldig en gezond basisaspect van consumentengedrag, aardig wat problemen met zich mee kan nemen. Het is een fenomeen dat een grote rol speelt in de gamesindustrie, maar niet een die je uitsluitend in de gamesindustrie zult tegenkomen.

Overal vertrouwen mensen op de goede naam van producten, om blindelings het eerstvolgende deel, album of wat het dan ook moge zijn in huis te halen. Vervolgens blijven de critici verbitterd achter, zonder dat er ook maar iemand aandacht aan hen en hun waarschuwende mening schenkt. Verrassend was het dan ook niet dat het miserabele, compleet gefaalde en haast lachwekkend slechte album ‘Van Halen III’ gewoon als een tierelier verkocht; ook THQ’s shooter Homefront deed het ondanks haar bedroevend lage scores hartstikke goed in de winkels en oh, ik begin maar niet over Episode 1: The Phantom Menace. Echter kan ik je wel vertellen dat het intentioneel was om de serienaam ‘Star Wars’ niet voor de filmtitel te plaatsen.



Het punt dat ik probeer te maken is dat zodra ontwikkelaars, artiesten of studio’s een kwalitatief sterke basis hebben gelegd met een product, het vaak lijkt alsof het ze niet langer ook maar een bal kan schelen wat er met de potentiële vervolgen zal gebeuren. Kan het Def Leppard wat schelen dat Adrenalize een geruïneerd wrak van een album was; zijn eerdere albums creëerden ijzersterke fundamenten en gaven de artiest de mogelijkheid om compleet te doen waar hij zin in had. Dat de beste man dan met zo’n gedrocht als Adrenalize kwam opdagen, was minder; maar een schoolkind had je kunnen vertellen dat de verkoopcijfers de pan toch wel weer uit zouden rijzen. En dat deden ze.

Wat games betreft gaat het er allemaal wat subtieler aan toe, maar toch doen soortgelijke fenomenen zich ook in dit medium van tijd tot tijd voor. Een meer recent voorbeeld dat zich juichend en joelend op de eerste rang plaatst is de Call of Duty-serie. Misschien wel de meest mainstream serie op het moment; elk deel verbreekt weer een dozijn records in verkoopcijfers en andere statistieken en een dag na de release hoor je van al je vrienden alweer allerlei spannende verhalen en opwindende omschrijvingen van de nieuwste maps, wapens en game modes. Maar stiekem weet je, net zoals alle anderen, dat de game in essentie exact hetzelfde is. En op den duur ga je gegarandeerd geklaag horen. Je zult verteld worden dat het vorige deel zó veel beter was, dat de wapens zó veel lekkerder aanvoelden en dat de maps zó veel beter in elkaar zaten. Waarom is het dan zo dat alle arme zielen zich, natuurlijk met een tol van zestig euro, toch keer op keer weer aan de nieuwe Call of Duty onderwerpen?


Het is die dat vertrouwen in de naam, de reputatie, die de mensen keer op keer toch weer overhaalt. Dat vertrouwen mag dan een zege zijn voor elke standaard inspiratieloze ontwikkelaar, voor de industrie is het een vloek. Keer op keer moet ik bidden dat mijn favoriete serie niet compleet belazerd wordt door de ontwikkelaar die lak aan kwaliteit en gehele fanbases heeft en enkel haar kassalaatje wil vullen. Ik kon wel dansen van blijdschap toen ik merkte dat dit met mijn favoriete serie niet het geval was toen vorig jaar The Legend of Zelda: Skyward Sword verscheen, maar wie zegt dat Nintendo van de volgende Zelda niet gewoon weer een dieptreurige hoop troep zal maken? En zo ben ik even zenuwachtig voor de volgende Super Smash Bros. game, de volgende Mass Effect, de volgende Halo, maar ook de volgende Batman-film en het volgende album van Mumford & Sons. Ik wil niet de plezier verliezen die een ontwikkelaar mij keer op keer weer bezorgt heeft, maar ik ben te kritisch aangelegd om blindelings mijn vertrouwen in de reputatie van een bedrijf te stoppen. 

Het bestaan van critici, recensies, cijfers en meningen zijn dan ook van ongelofelijk groot belang voor de industrie. Recensenten zijn de doorn in het oog van elke ontwikkelaar die haar werk niet goed doet; zij zijn degenen die ons als onschuldige consumenten waarschuwen voor een gebrek aan kwaliteit en zij zijn degene die de industrie continu pusht om games, maar ook films, albums en wat voor product dan ook, van kaliber af te leveren. Het moraal dat dit artikel met zich meebrengt is er dan ook één waar ik altijd in zal geloven; baseer je vertrouwen in een willekeurig product op de critici, niet op de maker.

0 reacties op "Column: Vertrouw de critici, niet de ontwikkelaar"