Games als Ingress en Pokémon: GO, die je als speler verplichten om fysiek dingen te doen om verder te komen in de game, hebben ervoor gezorgd dat de grens tussen de virtuele en de echte wereld enigszins vervaagd is. Goliath probeert nu hetzelfde te doen voor het first-person shooter-genre met zijn Recoil-geweren.
De Goliath: Recoil is feitelijk laserschieten, maar dan zonder lompe vesten en met een vaste locatie waar je aan gebonden bent. In plaats daarvan wordt het speelveld bepaald door waar je de zogenaamde WiFi-hub plaatst. Deze hub is een centraal communicatiemiddel voor de Recoil-geweren en granaten van de maximaal zestien spelers die aan een match kunnen deelnemen en heeft een bereik van ongeveer 150 meter. Spelers kunnen dus een behoorlijke afstand overbruggen tijdens een match.
Voor wie zijn data al het raam uit ziet vliegen hebben we goed nieuws. De WiFi-hub is gebonden aan een eigen netwerk en kost je dus geen cent. Dat is niet alleen wel zo prettig voor je datapakket, maar ook voor de batterij van je mobiel, want die heb je nodig om Recoil te spelen.
Je smartphone wordt met een klem aan je vuurwapen bevestigd en toont onder andere hoeveel leven je nog hebt, hoeveel kogels je hebt en laat je horen van waaruit je onder vuur wordt genomen. Het neemt dus eigenlijk de HUD van traditionele videogames over, evenals modi als free for all, search & destroy en team deathmatch, die al sinds jaar en dag onderdeel uitmaken van competitieve FPS-games.
In het begin komt de Recoil in drie pakketten. Het startpakket bevat de WiFi-hub en twee RK-45 Spitfire-pistolen, terwijl de grotere SR-12 Rogue en granaten los bijgekocht moeten worden. De prijzen hiervan variëren van € 22,99 voor een granaat, tot € 149,90 voor de starterpack.
Reacties (0)
Deel je mening over dit artikel met andere GameQuarter-lezers
Plaats een reactie