Met New Shores krijgen we een tweede editie van de indiegame Islanders. Het eerste deel zag in 2019 het daglicht en werd met enthousiasme ontvangen. Het spel, waarin je in een rustgevende setting een nederzetting bouwt, gecombineerd met een puntensalade, viel in de smaak. Tijd voor een vervolg dus. Maar op het eerste gezicht lijkt het echter meer van hetzelfde. Is dat echt zo? Of schuilt er meer onder de motorkap?
Voor wie Islanders niet kent: het is een spel waarbij je minimalistische steden moet bouwen op kleine, kleurrijke eilanden. Het uiteindelijke doel zijn punten. Die verdien je door gebouwen strategisch te plaatsen, zodat ze optimaal profiteren van hun omgeving. Heb je het maximale aantal punten binnen een eiland gehaald, dan ga je naar de volgende regio, op weg naar een highscore.
Maar hier komt de crux: alles beïnvloedt elkaar. Zo leveren parken punten op als je ze dicht bij huizen plaatst. Maar luxere woningen, de zogeheten mansions, halen nog meer punten uit dit soort omgevingspracht. Daarnaast heb je ook industrie, zoals houthakkershutten en houtzagerijen, die goed scoren in de buurt van bossen, maar juist een negatieve invloed hebben op woonwijken.
Er ontstaat zo een mooie ruimtelijke puzzel, waarbij je voortdurend vooruit moet plannen en op zoek bent naar de beste synergieën. Een hypnotisch en rustgevend deuntje zweeft op de achtergrond, terwijl je alle tijd hebt om het perfecte plekje voor je gebouw uit te zoeken. Geen druk en geen stress bij New Shores.
Automatisch ontstaan er op deze manier gespecialiseerde zones. Zo bouw je een chique buurt voor de rijken, vol met mansions, monumenten en parken. Een ander deel van je eiland zal waarschijnlijk ook een bruisend stedelijk gedeelte bevatten met normale huizen, tavernes en markten. En weer een ander deel wordt je industriegebied. Het ontstaat allemaal heel organisch. En voor je het weet heb je, met dank aan de simpele maar schattige graphics, een visueel aantrekkelijk stadje gebouwd.

Pick-up and play
Er is geen verhaal bij New Shores. Je pakt de controller op en binnen een minuut ben je al aan het spelen. Er wordt vrijwel niets uitgelegd over hoe gebouwen werken, dat leer je gaandeweg. En na verloop van tijd ontdek je de synergieën.
Je hoeft ook niet zelf te kiezen wat je moet bouwen, want het spel geeft je steeds twee opties: welke gebouwenpakket wil je? Je kiest er één, en voilà , je krijgt een selectie gebouwen die je een plekje moet geven.
En juist daarin schuilt de kracht van het spel. Anders dan veel triple-A games, waar het echt wel even duurt voor ik in het verhaal ben gekomen, is dit “pick-up and play op z’n best.”
Een versie 1,5
Leuk feitje: het eerste deel is ontstaan uit een studentenproject. Dat is ook te merken aan het simplistische karakter van het origineel. New Shores is een versie die probeert te zijn wat Islanders destijds had moeten zijn. Het is meer van hetzelfde, maar dan op alle fronten verbeterd. Voor mensen zoals ik is er denk ik geen reden meer om deel 1 nog aan te schaffen.
Het nieuwe zit hem in nog meer content. Dit is in de vorm van meer gebouwtypes, meer biomen (de soorten eilanden) en meer variatie in de manier hoe gebouwen punten kunnen verdienen. Zo verdient de windmolen meer punten als je de mate van obstructie in zijn omgeving weet te minimaliseren. Ook zijn er gebouwen die meer scoren hoe hoger ze gebouwd worden.
Daarnaast heb je de nieuwe ‘boons’ die het spel wat meer pit geven. Dit zijn speciale abilities die je kunt inzetten. De voordelen lopen daarvan uiteen, zoals het verwijderen of dupliceren van een gebouw, een puntenvermenigvuldiger etc. Tot slot heeft het spel ook een mooie grafische opfrisbeurt gekregen, waardoor het nog bevredigender is om aan je stadje te bouwen.

Een gemiste kans
Toch knaagt er iets, er had meer in kunnen zitten, vooral door wat meer diepgang toe te voegen. Er zitten bijvoorbeeld roguelike-achtige elementen in, vergelijkbaar met Balatro: je doet steeds een highscore run totdat je uiteindelijk vastloopt. Onderweg maak je keuzes tussen verschillende gebouwen en ‘powers’. Sommige daarvan hebben zelfs een blijvend effect dat meeverhuisd naar het volgende eiland. Maar juist dat systeem had, wat mij betreft, verder uitgewerkt mogen worden.
Misschien gaat dit het doel voorbij, maar met simpele aanpassingen kun je bijvoorbeeld de completionist in mij tevreden stellen. Waarom kan ik niet alle gebouwensoorten verzamelen in een soort collectie? Het is een eenvoudige toevoeging met nul impact op de gameplay.
Of wat denk je van meer passieve vaardigheden? Bijvoorbeeld meer passieve krachten die je gaandeweg kunt vergaren (denk aan de jokers uit Balatro of de Relics uit Slay the Spire). Zo ontstaat gaandeweg een unieke synergie die je speelsessie richting geeft.
En dan is er de user interface (UI). Die is iets aangepast ten opzichte van het vorige deel, maar oogt nog steeds simplistisch. Bij tijd en wijlen is het op de Playstation zelfs onduidelijk. Zo is het soms slecht zichtbaar wat je precies hebt geselecteerd, waardoor je gemakkelijk de verkeerde optie aanklikt. Zeker onhandig in een spel waarin die keuzes, bijvoorbeeld tussen verschillende powers, behoorlijk belangrijk zijn.
Conclusie:
Uiteindelijk mogen we voor een klein prijsje van € 10,- niet klagen. Islanders: New Shores is recht voor zijn raap en na je aankoop ben je direct aan het bouwen en puzzelen. Ik zie het al helemaal voor me dat ik dit spel af en toe even tussendoor oppak, juist omdat ik het twintig minuten kan spelen als ik weinig tijd heb, maar me er ook gemakkelijk twee uur in kan verliezen. Toch kan ik het niet helemaal loslaten dat ik op méér had gehoopt van dit tweede deel. Na zes jaar hadden er best wat meer creatieve en verrassende ideeën in mogen zitten. Vooral omdat er naar mijn idee veel mogelijk is. Al met al is New Shores “een erg leuk en ontspannen tussendoortje, waar meer in had gezeten.”
0 reacties op "Islanders: New Shores"
Gelieve eerst in te loggen of te registreren om een reactie te plaatsen a.u.b.
Log in of registreer hier