Het is niet vaak meer dat ik echt uitkijk naar de release van een game. Als redacteur raak je enigszins verzadigd, maar het zijn vaak titels uit onverwachte hoeken die je enthousiast maken. Toen een van mijn favoriete genres (het survivalgenre) samen zou smelten met een van mijn favoriete franchises (The Lord of the Rings), maakte mijn hart toch wel een sprongetje. Oké, The Lord of the Rings-games zijn niet altijd een doorslaand succes, met Gollum als recent voorbeeld, maar ik blijf altijd optimistisch. De release van Return to Moria lijkt mijn optimisme deels af te straffen, alhoewel het ook nog wel het nodige goed doet.
Het spel begint in ieder geval met een hoogtepunt. Aan de hand van stemacteur John Rhys-Davies, die in de films van Peter Jackson de rol van Gimli vertolkte, maak je kennis met de queeste die de dwergen van Midden-Aarde willen inzetten. Het is tijd om terug te keren naar Moria, linksom of rechtsom. Wanneer het dwergenrijk bereikt moet worden, blijkt de poort muurvast te zitten. Tijd voor explosieven, zo oordeelt Gimli. Dit gaat echter hopeloos fout en zorgt ervoor dat jouw dwerg als enige (of samen met drie vrienden) onder de grond belandt. Je kunt niet meer terug, dus de enige manier om uit Khazad-Dum te komen is via een andere weg dan je binnen bent gekomen. Het avontuur begint. Het avontuur dat wel wat meer vlees op de botten had mogen hebben.
Zingend en bouwend
The Lord of the Rings: Return to Moria laat je in de huid kruipen van een dwerg die je zelf kunt aankleden. Deze editor geeft niet tot in den treure opties, maar genoeg om er wel je stempel op te kunnen drukken. Je kiest onder andere de voice actor voor je eigen creatie. Na het creëren van je dwerg is het tijd om op onderzoek uit te gaan. Middels een zeer summiere tutorial maak je kennis met de controls, waarna het spel je het lekker zelf laat uitzoeken. Al snel kom je bij een verlaten nederzetting aan, waar je oude werktuigen kunt oplappen. Dit geeft je de mogelijkheid om betere items te maken die een weg naar een vervolgpunt wat gemakkelijker maken. Voor deze items heb je in het begin hoofdzakelijk ijzer en steen nodig, wat je natuurlijk gemakkelijk kunt vinden in de mijn. Het mijnen gaat gepaard met een toepasselijk liedje, mocht je dat als speler wensen. Het zorgt voor een leuke, gemoedelijke sfeer, zo'n dwerg die liedjes zingt. Zeker met vrienden is dit een hoogtepunt van ontspanning. Ontspanning die soms best gewenst is wanneer er zich wat frustratie voor kan doen.
Mijn eerste speelsessie werd abrupt onderbroken door een aanval van wolven. Mijn dwerg riep al snel dat ik geen goede wapens had. Ik stierf ter plekke. Met de kennis van nu weet ik dat de wolven die mij oppeuzelden prima zijn af te slachten met het eerste de beste wapen. Dat komt voornamelijk doordat de combat zeer vergevingsgezind is. Blocken is nog nooit zo overpowered geweest. Hierdoor kunnen gevechten met slechte wapens vooral langer duren, maar maakt het je lang niet altijd kansloos. Via je combat kom je niet aan je trekken dus en dat terwijl de ontwikkelaar in interviews op dat vlak hoog van de toren blies.
Daarnaast zijn er veel dingen die de ontwikkelaar op safe speelt of het had de manschappen niet om het te ontwikkelen. Zo kun je in Khazad-Dum zeker niet op elke plek de pikhouweel in de muur zetten. Er is vrij zorgvuldig gekozen wat je wel en niet kunt mijnen, wat een zeker gevoel van vrijheid zeer inperkt. Al helemaal als je bijvoorbeeld Minecraft in gedachten neemt, waarbij echt alles mogelijk is. Het bouwen van basissen zou een waar feestje moeten zijn, maar de praktijk wijst uit dat het herbouwen van bestaande basissen veel effectiever en functioneler is dan lukraak zelf iets uit de grond te stampen. Dat je vrijheid in Khazad-Dum op deze manier wordt ingeperkt, is simpelweg zonde.

Is het dan heiligschennis?
The Lord of the Rings is voor sommigen bijna een religie. De heilige graal in de wereld van boeken én films. Het ontwikkelen van een game die gebruik maakt van het universum van Tolkien is dus gewaagd, evenals kansrijk. Er zullen automatisch veel gamers in je spel geïnteresseerd zijn, maar de lat komt vrij snel hoog te liggen. Waar Return to Moria in uitblinkt, is het vertalen van de lore naar de game. Met bijvoorbeeld aanwijzingen die Gandalf voor je heeft achterlaten, proef je dat de ontwikkelaar rekening heeft gehouden met de lore. Ook de wezens, omgevingen en natuurlijk de aanwezigheid van John Rhys-Davies bedienen fans op hun wenken, maar dat alleen is niet voldoende om dit spel te dragen. Khazad-Dum is een omgeving die veel te bieden moet hebben, maar in de praktijk is er simpelweg vooral sprake van herhaling in een enigszins beperkte omgeving. Er wordt wel enkele keren afgewisseld van de omgevingen en deze omgevingen bieden wat verfrissing, maar doordat je steeds maar weer dezelfde handelingen uitvoert, wordt de game vrij snel repetitief. Het is zonde dat de game niet weet te verrassen op moment dat het er om vraagt. Enige variatie in vijanden is aanwezig, maar de vijanden vragen vaak om weinig tactisch inzicht om ze te verslaan. Zo zullen weinig gevechten zich tot een epische herinnering ontwikkelen.

Conclusie:
The Lord of the Rings: Return to Moria was een game met potentie en deze potentie wordt slechts deels gebruikt. De ontwikkelaar heeft het bronmateriaal serieus genomen en dat valt zeker te prijzen. Ook de opening met stemacteur John Rhys-Davies zorgt voor nostalgische gevoelens, maar uiteindelijk weet Return to Moria te weinig te bieden om de lange tochten door de krochten van Khazad-Dum vermakelijk te houden. De aanwezigheid van vrienden maakt dit iets dragelijker, maar niet leuk genoeg om er de portemonnee voor te trekken.
0 reacties op "The Lord of the Rings: Return to Moria"
Gelieve eerst in te loggen of te registreren om een reactie te plaatsen a.u.b.
Log in of registreer hier