Gamen, het is net als muziek of kunst, compleet subjectief. Terwijl de ene persoon een game de hemel in prijst wilt de ander er geen goed woordje over kwijt. Ook de heren van de redactie kunnen hier over mee praten. Kenny en Sil speelden beiden Warhammer 40K: Space Marine voor ons. Wat volgde was een beschaafd debat waar de heren en dames van het Belgische kabinet nog een les van op kunnen steken. In plaats van de heren hun gesprek te laten voortzetten mochten ze het fijn uitvechten in een recensie.
Kenny:
Space Marine vertelt het verhaal van drie Ultramarines, waarvan jij in het blauwe pantser kruipt van Titus. Hij is de leider van deze groep elite-leden van de Space Marines. Met hun zware harnas en hevige strijdlust vormen zij de geschikte personen om de Forge World, een planeet die helemaal omgevormd is tot een fabriek, te verhelpen van de Ork-invasie. Hun doel is simpel: de belangrijkste plaatsen veiligstellen om ernstige schade toe te brengen aan de vijand. Aangezien de eerste menselijke vloot vijf dagen van de planeet verwijderd is, zijn de ultramarines voorlopig volledig afhankelijk van elkaar.
Sil:
En tot zo ver het begrijpelijke deel van het verhaal. Wat volgt is een ‘’verhaal’’ met Chaos Marines, Emperors, Inquistetors en andere termen die te pas en te onpas worden gebruikt, maar nooit opgehelderd worden. Ik werd verzekerd dat het duidelijk zat was als je fan was van het Warhammer-universum. Leuk, moet ik dus nog even gaan studeren voor ik een game ga spelen zeker. Dit zooitje ongeregeld ter zijde, als een Ultramarine ben jij een wandelend stuk testosteron. Iets wat je voelt bij elke stap die je zet en bij elke druppel bloed die vloeit. En bloed zal vloeien. Niets zo heerlijk als een ork voor zijn vieze groene muil slaan met een Chainsword, combinatie tussen een zwaard en kettingzaag. Iets wat werkelijk nooit gaat verve…
Kenny:
Helaas is dat wel het geval. Het geweld is zeker leuk, maar je wordt vaak zomaar in een gevecht gedropt. Het voelt na een tijdje aan alsof de game een ware aaneenschakeling is van gevechten. En laat dat nu net een belangrijk onderdeel zijn van de game. Als je je plots midden in het slagveld bevindt, zijn de wapens natuurlijk je beste vrienden. Naast het Chainsword beschik je over een pistool met oneindige munitie, een machinegeweer, sluipschuttersgeweer en een soort raketwerper. Je krijgt regelmatig de optie om één bepaald type wapen te verwisselen met een andere variant van dat soort. Dat gebeurt via ‘kamers’ die lukraak ergens lijken neergepoot. Een raketwerper kan zo ingeruild worden voor een plasmakanon, dit maakt meteen korte metten met de hordes vijanden. Elk schietijzer heeft zijn specifieke sterktes en zwaktes. Het kan heel krachtig zijn, maar je kunt er misschien weinig munitie van meedragen. Over het wapenarsenaal valt niet echt te klagen, het houdt de variatie erin, maar het voelt geforceerd aan. Misschien had je liever zomaar een wapen gevonden of er één afgenomen van een ork die je net bloederig hebt neer gemaaid.
Sil:
Liever niet zeg. Die ork wapens voeldoen als muggenbeten tegen de macht van mijn Space Marine. En de enkele die een uitdaging bieden geef ik een paar flinke stoten om ze dan af te maken met een move die de wreedheidsfactor 20 meedraagt. Dat je zo ook nog health terugkrijgt is een leuke bonus, al is het wel vervelend dat je zo ontzettend kwetsbaar bent op een dergelijk moment. Nu mag je niet klagen, als het je te heet onder de voeten wordt, kun je nog altijd teruggrijpen naar Rage mode. Dan geeft elke klap die je uitdeelt je health of je kan schieten in bullet time. Dat je deze overpower mode echter zo vaak kunt gebruiken haalt wel echt een deel van de epiek eruit. Maar goed, wie denkt dat nou aan als je een vijand dwars door een muur ramt met je ultramarine-power. Of kwam dat nou door clipping?
Kenny:
Dat zou kunnen, technische mankementjes kom je geregeld tegen. Dat zet zich voort in de graphics. Het bloed mag dan wel mooi aan je pantser hangen, al de rest ziet er maar gewoontjes uit. Wat niet meteen betekent dat het slecht is. Wederom hetzelfde geval voor de omgevingen. In het begin van het spel stoort het je nog niet. Als je echter steeds meer op de omgevingen gaat letten, dan valt het op dat deze best saai zijn. De slagvelden vinden steeds plaats in kale omgevingen, zoals buiten of in fabrieksgebouwen. Dat het verhaal zich afspeelt op een fabrieksplaneet, maakt dat de decors er goedkoop vanaf komen. De orks komen er zelf zeker niet goed vanaf wanneer je af komt vliegen met je jetpack. Op enkele vaste stukken krijg je de mogelijkheid om dat ding te besturen. Als je in de hoogte zweeft, dan kun je met één harde donderklap neerkomen op de vijandelijke posities. Zij zijn dan compleet kansloos, waardoor je jezelf even machtig voelt. De stukken met je jetpack zijn best leuk ter afwisseling, maar verder voegen ze weinig toe.
Sil:
De jetpacks zijn pure fun. Ze hadden best wat vaker gemogen, maar ik vind ze zeker een waardevolle toevoeging. Bovendien zijn er wel grotere kritiekpunten in de game. Ik bedoel, kijk eens naar het eindgevecht. Er wordt zo groots over gedaan en je verwacht er zo veel van, blijkt het gewoon een reeks quick time events te gaan. Op dat moment voelde ik me gewoon echt bekocht, vooral omdat toen bleek dat de te korte singleplayer toen definitief tot zijn einde kwam. En dan maar de online multiplayer eens onder handen nemen.
Kenny:
Inderdaad, want die verdient zeker een vermelding. Qua modi is het erg mager, je kunt enkel Team Deathmatch en Capture and Hold spelen. Die eerste is hoogstwaarschijnlijk alom bekend, terwijl je bij die tweede een bepaald punt moet veroveren en behouden. Maargoed, de makers hebben duidelijk het spreekwoord ‘kwaliteit voor kwantiteit’ in hun achterhoofd gehouden bij het ontwikkelen. De multiplayer is namelijk een plezier om te spelen, toch Sil?
Sil:
Mwah het is niet onaardig. Geinig zijn de vele customise opties waardoor je een compleet gestoord Space/Chaos marine kan maken. De drie klassen verschillen genoeg om boeiend te zijn, maar dit is niet iets wat je dagelijks zou kunnen en vooral willen doen. Je hebt een Tactical Marine. Netjes uitgebalanceerd tussen close combat en shooting. De Devestator Marine die dodelijk is op afstand en de Assault Marine die het van mêlee en de jetpack moet hebben. Ze hebben elk hun eigen perks. Maar even serieus die zijn op een hand te tellen. Als je het niet gaat uitwerken gooi het er dan niet in. Je hoeft niet op Call of Duty te lijken om succesvol te zijn in je multiplayer.
Kenny:
Daar zit een kern van waarheid in. Ondanks eerder vernoemde nadelen van de multiplayer, is het toch vermakelijk om te spelen. Het online-luik van het spel zal er misschien voor zorgen dat hij een tijd langer in je console of PC blijft zitten. Al bij al doet Warhammer 40,000 Space Marine op bepaalde vlakken echt zijn best om zich te meten met de toppers, hoewel het hierin niet echt slaagt. Als de makers de kritiekpunten aanpakken, dan zou een vervolg wel eens een topper kunnen worden.
Conclusie
Warhammer 40K: Space Marine is een titel met heel veel goede elementen die tekort worden gedaan door matige afwerking. Het wazige verhaal, eindbaasgevecht en beperkte online gedeelte zijn hier goede voorbeelden van. Hoe leuk het ook is om Orks tot bloedige pulp te slaan, het weet niet de gehele zes tot acht uur, die je in de singleplayer bezig zult zijn, te vermaken. Met voldoende aandacht zal het zekere vervolg zich misschien wel met de toppers kunnen meten. Wij kijken er in ieder geval naar uit.
0 reacties op "Warhammer 40K: Space Marine"
Gelieve eerst in te loggen of te registreren om een reactie te plaatsen a.u.b.
Log in of registreer hier