Dames en heren, jongens en meisjes, vandaag vertel ik jullie een verhaal over wereldoverheersing en onoverzichtelijkheid. Normaliter zijn dat twee dingen die behoorlijk ver van elkaar af liggen, maar er was eens een spelletje waarin deze twee begrippen hand in hand gingen. Dat spelletje heet Sid Meier’s Civilization Revolution en is onlangs verschenen op de Nintendo DS.
Eeuwen geleden, nog ver voordat Christus het daglicht zag en de mensen begonnen met de jaartelling, waren er diverse wereldleiders. Al deze wereldleiders, zoals Ghandi en Mao, wilden allemaal de wereld overheersen. Maar duizenden jaren voor Christus was er nog niet veel en daar begint het allemaal mee. De wereldleiders moesten natuurlijk iets doen om wereldoverheersing te bewerkstelligen.
Iedere eeuw had de potentiële wereldleider de kans om zijn stad te versterken door gebouwen en units te bouwen. Met die units kon hij andere steden aanvallen en innemen. Daarnaast kon hij zijn stad zich met diverse dingen bezig laten houden, zoals het vinden van voedsel of het ontwikkelen van materialen. Hierdoor werd het aantrekkelijker om in de stad te wonen, maar de inwoners verlangden ook naar scholing en cultuur en die moest hij ze ook verschaffen. Daarnaast stond de technologische ontwikkeling ook hoog in het vaandel en deed de handel het ook niet verkeerd.
De grote leiders konden dus ontzettend veel dingen doen om elkaar het leven zuur te maken en wereldoverheersing te bemachtigen. Dat is natuurlijk erg goed, want sommige volkeren richtten zich totaal op het maken van een groot leger om de omliggende steden te plunderen. Slimmere volkeren probeerden er op technologisch vlak uit te springen, waardoor ze in korte duur veel sterker werden dan het oubollige legertje van de buurman. Weer anderen zorgden voor een hoge culturele ontwikkeling. Zo had ieder zijn manier om de macht over de wereld te verkrijgen. Dat was in die tijd erg leuk en afwisselend.
De eeuwen vlogen voorbij en na het passeren van een aantal eeuwen werd er weer een nieuwe technologie ontwikkeld. In het prille begin vocht men nog vrijwel ongepantserd met knotsen en een aantal millennia verder vlogen de bomen om je oren. De strijd bleef voortduren, de ene na de andere concurrentie strijd volgde. Iedereen had in principe de kans om zich als wereldleider te bewijzen. Dan kon weliswaar met vier DS-en bij elkaar als op het internet. Net als je denkt dat je de grootste wereldleider bent, kan er zo maar iemand online komen die een nog grotere is. Gelukkig is wereldoverheersing niet de meest vervelende bezigheid.
Maar er was altijd één grote vijand en dat was de onoverzichtelijkheid. Jawel, de wereld op de Nintendo DS is zo groot nog niet, maar er moesten wel vele gebouwen en units plaatsnemen. Vaak stonden er zelfs grote hoeveelheden units op één plek, waardoor het lastig is om te zien wie waar is. Daarnaast zorgde het beurtensysteem voor extra onoverzichtelijkheid. Het was namelijk nooit mogelijk om binnen een eeuw zoveel te bewegen als je wilde, waardoor sommige units er meerdere eeuwen over deden om bij hun eindbestemming te komen. Dit maakte het totaalplaatje, wat er overigens al niet zo heel erg mooi uit zag, wat warriger. De verschillende geluiden binnen het wereldje waren ook niet al te goed.
Conclusie
Gelukkig staan de wereldleiders nu nog steeds sterk in hun schoenen. Ze voeren hun favoriete bezigheid nog erg vaak uit en dat met veel plezier. En zo nu en dan staan er nog steeds nieuwe wereldleiders op, waarmee de verstokte wereldleiders de strijd kunnen aangaan. Dat het allemaal niet zo mooi oogt en klinkt is dus een bijzaak geworden. De wereldoverheersing wint het in dit geval dus van de onoverzichtelijkheid en zal nog vele eeuwen blijven bestaan.