Het jaar 2010 wordt voor de sportliefhebber een mooi jaar. Het WK voetbal in Zuid-Afrika staat namelijk voor de deur en in het begin van het jaar vinden de Olympische Winterspelen in Vancouver plaats. Naast het feit dat we begin volgend jaar een voetbalgame van Electronic Arts mogen verwachten, stromen de games omtrent de Winterspelen langzaam binnen. Mario en Sonic bijten het spits af en figureren met vele andere personages van Nintendo en Sega in het spel Mario & Sonic op de Olympische Winterspelen. De DS-versie van het spel is uitgebreid getest door GameQuarter en één ding verklap ik alvast: je krijgt er lamme handen van.
Eigenlijk is er sprake van hetzelfde euvel als bij de Zomerspelen van anderhalf jaar geleden. Ook hier was de gameplay namelijk erg matig. De reden hiervoor was dat je in het gros van de games enkel keihard op de schouderknoppen moest bashen of als een malloot op het touchscreen moest krassen. Wat ik destijds opmerkte was het feit dat je hierdoor nooit goed in de spelletjes kunt worden. Dat is in de wintereditie eveneens het geval. Ondanks het feit dat er 27 verschillende sporten zijn, waarvan vijftien officiële Olympische, voelen de meeste aan alsof je weinig invloed kunt uitoefenen op het eindresultaat.
Meest opmerkelijk is dat de onofficiële sporten verreweg het leukst zijn. Zo is er bijvoorbeeld Ski Cross Racing, dat het beste te vergelijken is met Mario Kart. Power-ups als het rode en groene schild zijn hierbij aanwezig, waardoor er gelijk veel meer diepgang in zit ten opzichte van vele andere sporten. Een ander voorbeeld is Fever Hockey, een vorm van ijshockey waarbij allerlei bonusgebieden aanwezig zijn, waardoor je extra punten kunt scoren. Het feit dat je de game tegen elkaar kunt spelen zorgt voor extra plezier. Vooral omdat er slechts één gamecard vereist is. Online multiplayer zit er echter niet in, want het enige wat je op het net kunt doen is het bekijken van ranglijsten.
Sega heeft er voor gekozen om een ware adventure mode in het spel te verwerken. Dr. Eggman en Bowser slaan hun handen ineen en zorgen ervoor dat al het sneeuw uit Vancouver verdwijnt. Hun aartsrivalen Mario en Sonic moeten er vervolgens voor zorgen dat de sneeuw weer terugkeert, anders wordt het houden van de Spelen erg lastig. Gedurende het avontuur zul je dus allerlei spullen moeten verzamelen, om vervolgens nieuwe uitdagingen te voltooien. Zo zijn er missies waarin je moet skiën, maar zoiets lukt natuurlijk niet zonder ski’s. Mario en Sonic moeten dus eerst ski’s zien te vinden. Op die manier voltrekt zich eigenlijk het hele avontuur en is het niets minder dan een slap excuus om het unlocken van diverse sporten aantrekkelijker te maken. Daarin is Sega op zich wel geslaagd.
Dat zijn ze ook wat betreft de presentatie van de game. De meeste sporten zijn weliswaar niet erg boeiend om te spelen, maar voor DS-begrippen ziet het er allemaal wel prima uit. Alle personages zijn strak vormgegeven en hebben ook hun specifieke eigenschappen. Zo is Tails een technisch handige snuiter en is Princess Peach een ster in kunstschaatsen. De sportlocaties en de overige omgevingen zijn allen in goed driedimensionaal beeld weergeven en ook over het geluid mag absoluut niet geklaagd worden.
br>
Conclusie
Mario en Sonic weten opnieuw niet te schitteren tijdens de Olympische Spelen op de Nintendo DS. Eigenlijk laat het spel op precies dezelfde punten steken vallen als zijn voorganger. De meeste sporten kennen een zeer matige besturing, waardoor je er nooit goed in kunt worden. Gelukkig zijn er enkele leuke, onofficiële sporten en fleurt de adventure mode de boel nog enigszins op. Qua presentatie mogen we eigenlijk ook niet klagen. Feit blijft wel dat de game eigenlijk op vrijwel hetzelfde niveau is blijven hangen als anderhalf jaar geleden, waardoor de score absoluut niet hoger uit zal vallen.