Het jaar 2013 heeft voornamelijk in het teken gestaan van de next-gen consoles, maar voordat de nieuwe apparaten op de markt verschenen is er gelukkig genoeg leuks uitgekomen om je mee te kunnen vermaken. Het is altijd lastig om de vijf beste games van het jaar in een rijtje te zetten en hetzelfde geldt voor de vijf slechtste games. Na veel wikken en wegen blijven er twee subjectieve rijtjes over die de één meer zullen bekoren dan de ander. Alles omvattend kan ik stellen dat dit jaar mij niet veel écht bijzonders heeft gebracht. Weinig games die mij voor altijd zullen bijblijven. Echte ergernissen? Weinig. Eerder games die ik hoger had ingeschat, maar die uiteindelijk vies tegenvielen. Genoeg gezwets, tijd voor duidelijkheid.
Na het uiterst succesvolle Plants vs Zombies (dat zo’n beetje elk platform heeft aangedaan dat ooit is verschenen), was het hoog tijd dat Popcap met een vervolg kwam. Na dit lange wachten werden wij uiteindelijk beloond met Plants vs. Zombies 2: It’s about time. De humor, nieuwe planten, nieuwe mini-games en het verhaal op zich maakten van deze game het tussendoortje bij uitstek. Zeker gezien het feit dat het spel gratis is te downloaden voor de mobiele platformen. Waar dit eerst nog gepaard ging met de nodige irritaties (je voortgang werd enigszins vertraagd om je aan te moedigen geld te schenken), daar werd dit euvel met de laatste update goed gemaakt. Chapeau, chapeau.
De games van Rayman hebben nagenoeg altijd al alleraardigst gepresteerd, maar met Rayman Legends liet Ubisoft dit jaar zien dat de platformer zijn glans nog lang niet verloren is. De game kwam oorspronkelijk uit voor de Wii U, maar vond later zijn weg naar de PlayStation 3, Xbox 360 en PlayStation Vita. De simpliciteit die het spel uitdraagt lijkt misleidend, maar vergis je niet, Rayman Legends is een spel dat je aan je scherm gekluisterd houdt. Een game die, zeker gezien de prijs, in geen enkele collectie zou misstaan. Vrolijk, kleurrijk en vermakelijk, wat wil een mens nog meer?
Wellicht niet de meest voor de hand liggende keuze, maar Diablo III voor de PlayStation 3 was dit jaar wel degelijk een game die zijn geld dubbel en dwars waard was. Het spel wist op de PC al hoge ogen te gooien, maar deed dit kunstje nog eens over door een nagenoeg perfecte overzetting naar de console te bewerkstelligen. Een game die in eerste instantie alleen toegankelijk leek voor de muis en het toetsenbord, was plotsklaps ook meer dan genietbaar met een Dualshock. Zeker de co-op mode die op de PC ontbrak maakte Diablo III een co-op game die menig gameavond kan en moet vormen. Dungeons uitkammen op de bank was zelden zo vermakelijk.
Ni No Kuni: The Wrath of the White Witch maakte ons dit jaar nog eens haarfijn duidelijk hoe een degelijke RPG in elkaar moet steken. Met een sterk verhaal, een piekfijne grafische stijl en goed uitgewerkte gameplay was deze Japanse RPG er één van formaat: een ode aan het genre JRPG. Dat de game in Europa niet goed van de grond is gekomen (mede vanwege de gebrekkige marketing), blijft eeuwig zonde. Elke liefhebber van RPG’s moet dit spel toch minstens een keer gespeeld hebben, anders kan ik je helaas niet meer serieus nemen.
Wanneer ontwikkelaar Naughty Dog een game aankondigt, dan weet je bij voorbaat al dat het een must-have is. De studio hoefde zich na Uncharted niet meer te bewijzen voor de PlayStation 3 en na drie avonturen van Nathan Drake was het tijd om serieuzer te worden. Met The Last of Us bracht de studio een serieuzere game op de markt, met dilemma’s die je na het spelen van de game nog ruimschoots aan het denken wisten te zetten. Naughty Dog weet hoe je een verhaal op de gamer moet overbrengen. Het is de balans vinden tussen een cinematische ervaring en een game. Met The Last of Us wist de ontwikkelaar van Sony in dat opzicht de juiste snaar te raken. Tel bij dit alles de vermakelijke multiplayer op en je komt tot de conclusie dat dit schijfje een must-have is.