Naast mijn werk als redacteur voor GameQuarter, sta ik ook voor de klas. Op de basisschool begeleid ik kinderen in de groepen 6/7/8 in hun leerproces, door ze alle leerstof aan te bieden en ze zich sociaal-emotioneel zo te laten ontwikkelen dat ze klaar zijn voor de samenleving ná het primair onderwijs. In het klaslokaal hebben computerschermen tientallen jaren geleden al hun intrede gedaan. Achterin het lokaal stonden dan zo’n twee a drie computers die voor een kwartier per dag per leerling ingezet werden. Inmiddels zijn Chromebooks niet meer weg te denken uit het primair onderwijs en moet je je best doen om niet te struikelen over een Chromebook-kar.
De inleiding doet wellicht vermoeden dat ik tegen de inzet van ICT ben in het basisonderwijs. Integendeel: ik denk dat ICT een zeer waardevolle áánvulling is op ons onderwijs. Computerprogramma’s zitten vernuftig in elkaar. Zo zijn steeds meer programma’s adaptief: de ontwikkeling van het kind wordt bijgehouden en de oefeningen worden aangepast op het niveau van het kind. Daarnaast is er steeds meer sprake van gamification: speltechnieken worden ingezet om oefeningen aantrekkelijker te maken. In mijn groep werken we sinds kort met Taalblobs, waar kinderen aan de hand van spelletjes zich nieuwe woorden eigen maken. Om te spreken van een succes, zullen we de resultaten voor een lange termijn moeten afwachten. Enthousiast zijn de kinderen in ieder geval wel!
Wie echter verder kijkt dan de directe opbrengst van die schermpjes en zich bekommerd om de gezondheid van zijn leerlingen, moet in het achterhoofd houden dat Chromebooks de schermtijd van kinderen weer méér verlengen. Zeker in het laatste jaar op de basisschool loopt menig kind al met een smartphone rond en bijna alle jongens en steeds meer dames gamen wel eens, zo is mijn ervaring. De dagelijkse schermtijd van kinderen loopt dus aardig op. Moeten we ons daar geen zorgen over maken? Wat zegt de wetenschap hier inmiddels over?
Vroeger werd mij altijd wijsgemaakt dat ik vierkante ogen zou krijgen en uiteindelijk zelfs blind zou worden als ik stoïcijns zou doorgamen. Kan dat dan? Een simpel antwoord is ja, je kan blind worden van gamen. Oogdeskundigen hebben het er al een hele tijd over. Het zou zeker op latere leeftijd zijn tol eisen. Hoewel het percentage dat echt blind wordt aanzienlijk klein is, is het dus wel mogelijk. Onze ogen kijken liever verder dan dichtbij, iets wat een scherm dus absoluut niet stimuleert. Een kind is nog in ontwikkeling en daarbij zijn de ogen ook nog betrokken. Schermpjes kijken op jonge leeftijd is niet bevorderlijk voor deze ontwikkeling. Oogartsen alarmeren dat tegenwoordig zo’n één op de twee 20-jarigen wel bijziend is. Bij 40-jarigen is dit één op de drie en bij 60-jarigen één op de vier. Schermtijd lijkt daar een belangrijke factor in te zijn.
Oogartsen pleiten voor een simpele vuistregel: 20, 20, 2. Als er twintig minuten wordt gegamed, moet daarna even twintigseconden de focus op iets in de verte. Zo blijven de oogspieren alert. De twee staat voor twee uren bewegen, bij voorkeur buiten. Niet alleen fijn voor de oogjes, maar ook voor de spieren en het algehele menselijke lichaam.
Uiteraard kent gamen ook vele voordelen, alhoewel die meer vaker mentaal zijn dan fysiek. De hand-oogcoördinatie is daarbij één van de stokpaardje van de gamers. Oplossend vermogen en creativiteit zijn daarnaast de meer mentale voordelen die spellen met zich mee kunnen brengen. Als we heel eerlijk zijn, kunnen we voor gamen dus dezelfde slogan gebruiken als voor een glaasje alcohol: geniet, maar game met mate.
0 reacties op "Slechte ogen door gamen: een mythe of de waarheid?"
Gelieve eerst in te loggen of te registreren om een reactie te plaatsen a.u.b.
Log in of registreer hier