Gisteren viel in het Amerikaans Hooggerechtshof een beslissing rond de controversiële wet in Californië die de verkoop van gewelddadige games aan minderjarigen zwaar aan banden legde. Die wet is na 6 jaar finaal verworpen.
In 2005 ging in de Amerikaanse staat Californië een wet van kracht die ervoor moest zorgen dat gewelddadige games niet aan meerderjarigen verkocht konden worden. Zulke games kregen een extra waarschuwingssticker opgeplakt en fikse boetes werden opgelegd aan winkelketens die de wet niet naleefden. Voorstanders van deze wet poneerden dat zulke games schadelijk kunnen zijn voor kinderzieltjes, een argument dat wel vaker de kop opsteekt in zulke discussies. De tegenstanders beroepten zich op het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet, die luid en duidelijk de vrijheid tot meningsuiting neerlegt.
Nu heeft het Federale Hooggerechtshof in Washington D.C. eindelijk een officiële uitspraak over de rechtmatigheid van die wet gemaakt. Resultaat: hij druist in tegen de vrije meningsuiting en is daarom ongrondwettelijk. Dit is goed nieuws, aangezien het een onnodige belemmering van de schouders van de industrie haalt. Het argument is dat games naast boeken en films geen speciale behandeling mogen krijgen, zowel positief als negatief. Games dragen net zo goed ideeën over, en die mogen niet ingeperkt worden.
Hiermee is het vertelseltje nog niet uit. Zoals eerder aangegeven mag elke staat in Amerika zijn eigen wetten opstellen in functie van games. Het feit dat het Federale Hooggerechtshof een uitspraak heeft gemaakt kan een voordelig precedent neerzetten, aangezien deze beslissing niet op staats-, maar op federaal niveau werd gemaakt. Toekomstige geschillen zullen dus sneller uitgeklaard kunnen worden, maar dat is geen garantie. De toekomst zal uitwijzen in hoeverre deze uitspraak een invloed zal hebben. Niettemin kan deze zet gezien worden als een triomf voor de hele industrie.
Reacties (0)
Deel je mening over dit artikel met andere GameQuarter-lezers
Plaats een reactie