Alice: Madness Returns had goede voortekenen: we zagen de afgelopen maanden prachtig sfeervolle beelden voorbij komen en de ietwat gefreakte Alice deed ons vermoeden dat dit wel eens een aparte game kon worden. De afgelopen weken zijn we met de game aan de slag gegaan om te ervaren of Alice: Madness Returns onze verwachtingen heeft kunnen waarmaken.
Alice heeft moeite met de dood van haar ouders. Een psychiater probeert haar te helpen om dit verlies te verwerken. Echter weet Alice de waarheid achter de dood van haar ouders niet en om dat te ontrafelen, zal ze terug moeten keren naar Wonderland. Het verhaal speelt zich halverwege de 19e eeuw af en schakelt tussen het oude London tijdens de industriële revolutie en het prachtige Wonderland.
Het eerste dat opvalt is dat de game er fantastisch uitziet. Het verhaal wordt middels cutscenes verteld, waarbij het lijkt alsof alles van kartonnen silhouetten gemaakt is. Dit ziet er erg goed uit, maar in game ziet alles er nog veel beter uit. Het oude London is grauw en erg sfeervol. Wonderland is ontzettend kleurrijk en verbaast je continu. Alice Madness Returns is typisch een game waarbij je af en toe even stopt om te genieten van de prachtige locaties waarop je verzeild bent geraakt.
De vijanden in de game zien er sprookjesachtig uit, maar laten wel duidelijk zien waarom het spel een 18+ rating heeft meegekregen. Ze zijn best creepy en de manier waarop je ze verslaat is vaak alles behalve vriendelijk. Je beschikt namelijk over een aantal originele wapens, zoals een zoutvat dat je als minigun kunt gebruiken. Al speel je het gros van de game met het keukenmes. De wapens worden gaandeweg het spel steeds sterker dankzij upgrades.
Een groot deel van het spel zul je bezig zijn met het verslaan van vijanden. Met bovengenoemde wapens die je daarbij gebruikt, klinkt het als een mega groot feest, maar eigenlijk is er sprake van een feestje dat nooit echt op gang komt. Jawel, het is in het begin best leuk om vijanden aan gort te slashen of af te knallen met je zoutvat, maar het vechtsysteem gaat nooit echt de diepte in, waardoor verveling redelijk snel optreedt.
Dat zelfde geldt voor het platformgedeelte, wat het andere belangrijke deel van deze game vormt. Het platformen is namelijk niet echt origineel. Je springt van platform A naar platform B, af en toe haal je een hendeltje over en om extra gedeeltes te bereiken, kun je jezelf verkleinen om door de smalste gangetjes heen te lopen. Begrijp me niet verkeerd, dit is best leuk, maar het is absoluut niet verassend en na verloop van tijd valt het in herhaling. Als je een ongeveer twintig uur durende game maakt, dan is variatie in de gameplay toch wel welkom. De afwisseling in Madness Returns zit ‘m voornamelijk in de gebieden die je bezoekt.
Conclusie
Daar waar Alice: Madness Returns eigenlijk nergens faliekant de mist in gaat, is de game toch niet de topper geworden waarop we gehoopt hadden. Het spel ziet er fenomenaal uit, zet een toffe sfeer neer, maar weet op gebied van gameplay weinig indruk te maken. Het speelt wel aardig weg, maar dankzij het gebrek aan variatie in zowel het platformen als het vechten met vijanden, haalt het nooit een ontzettend hoog niveau. Jammer, want dat had er wel ingezeten.