Ik haat concurrentie. Met zes jongens thuis moet ik mij natuurlijk alsmaar bewijzen als de ideale zoon, maar ik moet bijvoorbeeld ook mijn stinkende best doen om die linksbackpositie bij het voetbal te claimen. Meestal lukt het, maar soms moet ik bij beide gevallen het onderspit delven. Twee maanden terug ontstond er een soortgelijke strijd over welk spel kon worden bestempeld als dé racegame van de maand juni. Games als Forza Motorsport 2 en FlatOut: Ultimate Carnage maakten aanspraak op die prijs, alhoewel er nog één game op de beruchte deadlinelijst van GameQuarter stond: Colin McRae: DiRT.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: DiRT is meer dan een ordinaire rallyracer. Natuurlijk staan de ‘point to point’ races weer centraal. Dit houdt in dat er het grootste deel van de tijd van één punt naar de andere wordt geracet met maar één auto op de baan. Maar uitzonderingen als offroad buggies en vrachtwagens maken de game uiterst gevarieerd.
De hoofdattractie van de game is uiteraard de carrière-modus. In deze modus maak je gebruik van alle type voertuigen die de game rijk is. Doordat je steeds weer een ander type race kunt rijden, blijft het tempo er lekker in en gaat het niet vervelen. De formule van de carrière-modus is vrij simpel: je begint helemaal onderaan een gigantische virtuele piramide, die jouw carrière uitbeeldt. Door races winnend af te sluiten, verdien je punten en geld, waarmee races hogerop in de piramide vrijgespeeld worden. Die punten heb je dus nodig om uiteindelijk de top van de piramide te bereiken, hoewel je het verdiende geld ook goed kunt gebruiken om verschillende voertuigen te kopen. Mocht je namelijk niet over het juiste type vehikel beschikken, dan mag je automatisch niet meedoen aan het evenement.
Maar om een race opnieuw te doen om alsnog geld te verdienen, is alles behalve een kwelling. Met een ongelofelijke snelheid over een verlaten bosweggetje scheuren, waarbij je de bomen links en rechts aan je voorbij ziet schieten, blijft gewoon geweldig. De kick is dan ook gedurende heel het spel aanwezig, wat dus aangeeft dat het speltechnisch gezien meer dan goed in elkaar zit. Het kan echter voorkomen dat er een einde komt aan die geweldige snelheden en de adrenaline die door je lijf giert, want het risico dat je per ongeluk over de kop vliegt is groot. De échte fan echter, en vooral bij DiRT, zal hier absoluut van smullen.
Het schademodel en de manier waarop je auto’s crashen zijn namelijk fantastisch neergezet. Ik heb, zonder ongein, zelden een game gezien met zulke fantastische physics aan boord. Het mooie is dat je al je fouten nog eens kunt terugzien in de ‘replay-optie’. Als je van nature geen geweldige coureur bent, dan nog zorgt deze optie er alsnog voor dat jouw race spectaculair in beeld wordt gebracht. Bovendien kom je gedurende het kijken tot de conclusie hoe prachtig de game wel niet is. De lichteffecten, de omgeving, de bomen en de modder, het blijft allemaal een subliem plaatje. De Neon-engine, waar Operation Flashpoint 2 gebruik van gaat maken, is de oorzaak van die prestatie. Het geluid mag er overigens ook zijn, het menu heeft een aandoenlijk deuntje en de auto’s klinken erg realistisch.
In DiRT is het nu ook mogelijk om tegen computergestuurde wagens te racen. Met snelle buggies en Amerikaanse pro-pickuptrucks welteverstaan. Helaas is het niet mogelijk om tegen een vriend of vriendin te racen, de game maakt namelijk geen gebruik van een splitscreen-optie. DiRT maakt echter wel gebruik van een multiplayer-modus, maar ook hier kun je duidelijk zien dat Codemasters daarvoor niet alles uit de kast heeft getrokken. Deze modus maakt namelijk de veelbelovende uitspraken, bijvoorbeeld de illusie dat je met 99 racers de strijd aan kan gaan, totaal niet waar. Je kunt alleen online de races spelen waarbij je een tijd neer moet zetten. Tegenstanders zijn daardoor niet visueel zichtbaar. Sommigen zullen het als een bloedstollende strijd ervaren, hoewel ik zeker weet dat driekwart van de lezers liever een échte multiplayer-modus hadden gezien. Gelukkigerwijs is dit dan ook de enige kanttekening die ik bij Colin McRae: DiRT kan bedenken, wat wel aangeeft dat Codemasters een fantastische game heeft ontwikkeld.
Conclusie
Colin McRae: DiRT is de beste rallygame, zoniet de beste racegame verkrijgbaar. Niet alleen omdat het audiovisueel verbluffend in elkaar zit, maar ook omdat Codemasters door de variatie meerdere doelgroepen weet te bereiken. Racen met originele wagens, trucks, buggys en allerlei is nog nooit in één volwaardig product voorgekomen. In ieder geval niet met al die poespas eromheen. De enige keerzijde is dan ook het ontbreken van een complete multiplayer, niet tegen elkaar kunnen spelen is echt een gemis op al dat moois wat DiRT weet te bieden.
Reacties (0)
Deel je mening over dit artikel met andere GameQuarter-lezers
Plaats een reactie