Door de jaren heeft Nintendo een gigantisch scala aan first- en second party franchises exclusief voor haar consoles mogen verwelkomen. Een aantal dat per generatie kleiner lijkt te worden, omdat er meer en meer franchises in de vergetelheid raken. Earthbound heeft al tijden geen nieuw deel gehad en ook de Ice Climbers wachten al een eeuwigheid op een vervolg. F-Zero heeft sinds de GameCube geen deel meer mogen ontvangen, terwijl F-Zero voor de SNES maar weer eens bewijst dat het dit zeker verdient.
Deze F-Zero was dé game die je moest hebben bij de launch van het Super Nintendo Entertainment System. De 2D-graphics met de nieuwe Mode 7-technologie staan zelfs vandaag de dag nog als een huis en wist destijds massa’s gamers te herleiden tot kwijlende hoopjes geluk. Hoewel de game tegenwoordig niet langer dezelfde impact heeft, is terugkijkend deze reactie nog steeds geheel gerechtvaardigd. Door een totaal van vijftien circuits, die je met vier coureurs kunt tackelen, wist F-Zero jong en oud aan de beeldbuis gekluisterd te houden. Maar wat maakte de game dan zo verslavend?
Enerzijds is dat de snelheid van de futuristische voertuigen. F-Zero was geen racespelletje dat je even kon oppakken en uitspelen. De wagens vliegen met straaljagersnelheden over het parkoers waardoor elke misstap je met een enkeltje richting de elektrische muur beloonde. Je voertuig mag dan uit 2560 komen, onverwoestbaar is het zeker niet. Te vaak de mist in gaan verplichtte je dan ook om een omweg via de pitstop te maken, iets waar je niet op zit te wachten als je wanhopig probeert op kop te blijven.
Alsof de voertuigen nog niet snel genoeg waren kon door op het juiste moment de schouderknoppen te gebruiken extra snelheid vergaard worden. De timing luisterde echter zo nauw, dat zonder twijfel meerdere SNES-controllers het leven hebben gelaten na een mislukte poging. Over de turbo’s hebben we het dan nog niet eens gehad.
Als de snelheid de ene kant van het medaillon is, dan is verslaving de andere. Wie erin slaagde om zich de singleplayer eigen te maken, wist zelden daarmee de game neer te leggen. Die ene bocht die je iets beter had kunnen nemen, die ene botsing die je had moeten vermijden of die ene turbo die je gemist had, allen zijn dingen die je seconden hadden kunnen schelen. De circuits zitten zo enorm goed in elkaar dat je bijna verplicht voelt ze te herspelen. Je wilt het beter doen, je wilt die perfecte lap en je wilt simpelweg meer F-Zero spelen. En daar, dames en heren, was geen multiplayer voor nodig (maar het had best gemogen).
Conclusie
F-Zero legde eigenhandig de fundamenten voor een nieuwe generatie racegames op de SNES, maar laat nu nog zien zelden geëvenaard te zijn. De Mode 7-technologie weet zoveel jaar na dato nog steeds te imponeren, iets wat dubbel gezegd kan worden voor de geweldige gameplay. F-Zero had best een multiplayer mogen hebben, maar zelfs zonder staat het garant voor weken raceplezier.