Eerder dit jaar kwam ik bij toeval uit op een artikel over een van de vreemdste games die ik ooit gezien had. De vrolijke, kleurige afbeeldingen stonden in schril contrast met de bloederige taferelen die erop stonden. Nog vreemder was de naam…dit is Hell Yeah! Wrath Of The Dead Rabbit. WTF?!?
De compleet gestoorde vibe die ik kreeg van de afbeeldingen wordt zo’n beetje in je gezicht gesmeerd wanneer de intro aantreedt. Ook bewegend blijft de kracht van de cartooneske graphics behouden, iets wat vanaf de intro al een zekere charme opwekt. In deze intro leren we dat voor een X aantal eeuwen de hel geregeerd werd door King Hare (koning Haas), een skelet van een konijn die met ijzeren vuist de leiding nam.
Maar de koning is niet meer, en nu is de kroon overgegaan naar Prince Ash. Dit skelettenkonijn heeft behalve blauw bloed (?) ook een vreemde voorliefde voor badeendjes, een liefde die openbaar wordt wanneer een fotograaf een kiekje van hem en zijn rubberen vriend maakt. De prins zou niet in de hel zitten als hij de fotograaf vriendelijk zou verzoeken om de foto’s van het web te halen. In plaats daarvan besluit hij om de monsters die de foto gezien hebben te verbannen naar zijn slaveneiland.
Om dit feit te realiseren zal Ash zich moeten beroepen op de erfenis van zijn vader. King Hare knutselde in zijn vrije tijd namelijk de meest frappante wapens in elkaar, zoals een jetpack-drill. Gewapend met dit dodelijke speeltje ga je op speurtocht. Hell Yeah! ontpopt zich als een zweverig bestuurderende 2D-platformer met lichte Metroidvania-elementen. Dit betekent dat de hele game in principe een groot level is. Door upgrades te verkrijgen en monsters tot overgave te dwingen openen nieuwe deuren en paden die je dichter bij je honderd slaven zullen brengen.
Bij deze upgrades kun je denken aan onder andere nieuwe functies voor je jetpack-drill. Ash weet zich echter ook goed raad met allerhande schietijzers. Want hij mag dan wel een ondode prins zijn, hij heeft – behalve gegijzelde badeendjes- ook een zwakte. Ash kan namelijk niet tegen elektriciteit. Dus om monsters te verslaan die onder stroom staan zal hij zich op afstand moeten houden. Wanneer je zo’n monster verslaat, zei het met de drill of wapens, dan dient zich een minigame aan. Deze minigames zijn zo mogelijker nog gekker dan de reguliere game en zitten bovendien vol met verwijzingen naar andere games. Oplettende spelers zullen onder andere referenties naar The Legend Of Zelda: Ocarina Of Time, Sonic The Hedgehog en Batman herkennen.
De referenties komen nog duidelijker naar voren in de vele skins die je voor Ash kan verzamelen. Altijd leuk, een konijnenversie van Indiana Jones. Voor deze skins moet je wel een hoop muntjes neertellen, en dat is waar je slaveneiland van pas komt. Hier kan je de monsters die je verbannen hebt aan het werk zetten in verschillende gebieden. Door af en toe een kijkje te nemen kan je verrast worden met extra leven, geld of upgrades voor je wapens.
Je verdeelt je monsters onder de verschillende gebieden en laat ze aan het werk gaan. Zo af en toe keer je terug om te kijken of je slaafjes al resultaat geboekt hebben. Wat echter mijn verbazing schetste is dat je ook kon aantreffen dat het in de soep was gelopen. Monsters kunnen depressief worden, of juist agressief als je ze te veel laat werken. Zulke emonsters moeten dan naar het strand of de koelcel om weer goeie slaven te worden. Je bent ze dan echter wel voor een hele tijd kwijt. Je moet er maar op komen!
Voordat je de eindbaas te lijf zult gaan en de honderd monsters getemd hebt zul je, afhankelijk van je exploratiedrang, tussen de zeven en tien uur in de game gestoken hebben. En waarschijnlijk zul je het dan nooit meer oppakken. Hell Yeah! is namelijk een game die zo leuk is omdat je je telkens afvraagt wat er nu weer op je af gaat komen. Maar eens je dit gezien hebt blijft er niet veel meer over dan een wel aardige platformer.
Conclusie
Hell Yeah! Wrath Of The Dead Rabbit is zo vreemd als de naam doet vermoeden. De kracht van de game zit hem erin dat het nooit doet wat je verwacht en je dus constant geboeid houdt. Een kracht die verloren gaat bij een tweede speelsessie, waardoor de replayvalue nihiel is. Maar voor je überhaupt aan de tweede speelsessie gaat denken moet je door de eerste heen, en dat is een feest. Alle, schijnbaar willekeurige, elementen vloeien dan samen tot een smakelijk mengsel van genialiteit en krankzinnigheid, al had de besturing wel preciezer gemogen.