Oh, de ironie. Toen bijna een jaar geleden Ninja Gaiden III verscheen op de Xbox 360 en PlayStation 3 wisten fans niet wat hun overkwam. De game was tam en er waren geen bloed of rondvliegende ledematen te bekennen. Ook een gebrek aan wapens en ninpo werd de game kwalijk genomen. De game was versimpeld tot iets wat meer met het Nintendo-imago geassocieerd werd. Ironisch is dan ook dat Ninja Gaiden III: Razor’s Edge exclusief voor de Wii U is en dit alles wel heeft.
Ninja Gaiden III: Razor’s Edge is een remake van eerder genoemde Ninja Gaiden III. Een remake die meer Ninja Gaiden is dan Ninja Gaiden III ooit zou kunnen zijn. Want wat is Ninja Gaiden? Ninja Gaiden is een hack-and-slash game met Oosterse en paranormale invloeden. Ninja Gaiden is bloed, rondvliegende armen, een veelvoud aan wapens en rondborstige dames. Maar wat Ninja Gaiden nog meer is, is aarts- en aartsmoeilijk.
Het begin van de game oogt in ieder geval al hoopvol. Wanneer Ryu wordt ingeschakeld om de strijd aan te gaan met de Regent Of The Mask staat hij in no time op de top van een klokkentoren in London. Hij duikt hier naar onder om met een vloeiende beweging het hoofd van zijn vijand zijn romp te separeren.
Ook in de daarop volgende gevechten vloeit het bloed rijkelijk en wordt grond bezaaid met beenloze torso’s en andere halve vijanden. Het gevechtssysteem is bekend voor iedereen die het genre al eens gespeeld heeft. Een knop voor een snelle maar zwakke aanval, een voor een sterkere maar langzame aanval en natuurlijk kun je blokken en ontwijken. Door vlot te reageren kun je brute kills maken en pareren. Door goed te spelen zul je beloond worden met Ki en Karma.
Karma kan worden ingewisseld tegen upgrades, equipment en skills om Ryu alsmaar dodelijker te maken. Echt dodelijk wordt het echter pas wanneer zijn Ki balk vol is en hij een allesverwoestende ninpo op een groep vijanden afvuurt, die nu tevens je gezondheid herstelt.
Tussen de gevechten door klauter en spring je wat tussen muren om zo je doel vanuit de schaduwen te benaderen. Zo bereikte ik in een klein kwartier de boss fight van het eerste level. Bij deze baas begon het te knagen. Immers versloeg ik de generieke karakters maar ook de baas zonder veel moeite op de normal mode, terwijl eerdere delen mijn volste concentratie vereisten tijdens een eerste speelbeurt.
Wanneer ik hierna een demonische arm krijg en via quick time events ontsnap aan een aantal hachelijke situaties weet ik wat er knaagt; de gameplay. Met de Ninja Gaiden-reeks heb ik altijd al een haat-liefde verhouding gehad. Ninja Gaiden was de eerste game op mijn Xbox en heeft me meer dan een controller gekost, maar ondanks dat gaf een game mij zelden zoveel voldoening.
De game was niet spectaculair qua presentatie maar compenseerde dit met sfeer. Het naderde namelijk perfectie door de gameplay zover te verfijnen dat je ondanks je dood telkens door wilde spelen. Het was deze gameplay en bijbehorende moeilijkheidsgraad die Ninja Gaiden maakten tot een topgame, en dat mis ik. Ik mis de hand van Tomonobu Itagaki in het ontwikkelproces.
Japanse ontwikkelaars doen veel moeite om voet aan Westerse grond te krijgen, met weinig echte successen. Het is dan ook niet vreemd dat er water bij de wijn is gedaan om het aantrekkelijker te maken voor de grotere Westerse markt. Razor’s Edge is dan op zich geen slechte game, sterker nog, hij is behoorlijk goed, maar het is geen Ninja Gaiden zoals Ninja Gaiden hoort zijn. Wanneer ik dan de 3 wegdenkt en het behandel als een nieuwe IP komt de game opeens een stuk beter over. De actie is vloeiend en de QTE zorgen voor soms erg toffe cutscenes, zij het wat repetitief.
Bovendien kent de game bonussen in de vorm van een tweetal levels met ‘’jailbait’ Ayane, die ondanks dezelfde besturing heel anders vecht. Persoonlijk gaf ik zelfs de voorkeur aan Ayane’s snelle acrobatische dubbele zwaard stijl. Ayane was dan ook mijn favoriet in de challenges die de game aanbood, al had ik haar graag in de multiplayer gezien.
Helaas is het in de multiplayer weer customizen geblazen om je eigen Ninja vorm te geven en de strijd met je vrienden en vijanden aan te gaan. De multiplayer heeft weinig op de kous, met enkel deathmatches tussen de naamloze Ninja’s. Je Ninja levelt volgens traditie na een gevecht en daarmee kun je nieuwe skills aankopen voor je wapen en Ninja. Op zich werkt het allemaal prima, maar ik denk dat de meeste net als mij er weinig voor voelen, getuige de lege servers.
Conclusie
Ninja Gaiden III: Razor’s Edge is een meer dan behoorlijke game die fans van het betere hack-and-slash werk op hun wenken zal bedienen. De actie is met de nieuwe toevoegingen completer en gevarieerder dan ooit en wordt in de cutscenes heel spectaculair in beeld gebracht. De game mist wel finesse en is bovendien veel te makkelijk. In het kort is Razor’s Edge dus een uitstekende game…maar geen Ninja Gaiden.