Waarmee de zesde Star Ocean zich al voor aanvang van het spel onderscheidt van zijn vele genregenoten, is dat het je als speler een van twee hoofdpersonen laat kiezen. Laeticia Aucerius is kroonprinses van het Aucerius Kingdom op planeet Aster IV. Een planeet die qua evolutie vergelijkbaar is met het einde van onze middeleeuwen en daarom beschouwd wordt als een ‘’onderontwikkelde’’ planeet. Raymond Lawrence is het tegenovergestelde. Hij is een lid van de prestigieuze Lawrence-familie van Verguld, een vooraanstaande technologische planeet. Ook hij bevindt zich echter al snel op Aster IV, wanneer zijn ruimteschip zonder goede reden aan flarden wordt geschoten.

The gap
Je zag het al aankomen, maar deze twee maken kennis met elkaar, hetgeen niet bepaald van een leien dakje gaat. Voor Raymond zijn de bewoners van deze ruimterots dichter bij holbewoners dan bij zijn bevolking, terwijl die hem juist zien als een verdachte indringer die ze even komt vertellen dat hij tussen de sterren woont.
Dit contrast is lange tijd een belangrijk deel van het plot, daar steeds meer karakters dit onvoorstelbare feit moeten leren accepteren. Ondanks dat de serie Star Ocean heet, speelt het leeuwendeel van de game zich immers op Aster IV af, waardoor het meer doet denken aan een fantasy RPG dan een spel in een science-fiction setting. Een setting waarin Raymond en andere buitenaardse invloeden voor een aantal interessante twists zorgen, waarmee het zich in positieve zin kan onderscheiden van de vele andere games in deze specifieke niche.
Deze positieve noot heeft het overigens ook wel nodig, want er zijn genoeg aspecten van The Divine Force die minder lekker uit de verf komen. Aster IV is bijvoorbeeld relatief groot, met meerdere open gebieden die je mag verkennen, maar heeft maar weinig te doen. Naast hier en daar vijanden in elkaar schoppen en collectibles verzamelen, ren je vooral door de grasvelden en bergpaden heen om naar je volgende locatie te gaan, om niet zelden daarna weer rechtsomkeert te moeten maken voor het volgende deel van het verhaal. Dit stuk kan je dan natuurlijk fast travelen, maar dan loop je zowel dialogen als EXP mis.

Twee zijden van één munt
Wie erop rekent dat de situatie verbeterd eens ze weer het universum in trekken, moet ik teleurstellen. Het contrast van ‘’primitieven’’ in de ruimte krijgt een stuk minder ruimte om te bloeien en is als geheel genomen ook een stuk minder interessant om te volgen. Die vlieger gaat spijtig genoeg op voor deze hele slotakte, die enorm afwijkt van de rest van de game. Gevechten in open omgevingen maken grotendeels plaats voor matpartijen in kleine, vaak identiek ogende gangetjes en kamers die volledig ontdaan zijn van enige originaliteit of visueel aantrekkelijke aspecten. Ook de plot twist die hiermee gepaard gaat, welke ik natuurlijk niet kan benoemen vanwege spoilers, is al zo vaak gedaan door betere science-fiction settings als Star Trek en Stargate, dat het maar weinig zoden aan de positieve kant van de dijk zet.
Star Ocean: The Divine Force is zowel qua verhaal als wereld nooit een game die in één adem zal worden genoemd met een Final Fantasy VII of X, Persona 4 of Xenoblade Chronicles 2, maar wanneer het zich op Aster IV afspeelt, heeft het tenminste genoeg om het lijf om het onderhoudend te maken. Je vraagt je af wat je nog gaat tegenkomen en wie je gaat ontmoeten. Eens je de planeet verlaat, voelt het vooral alsof je het lijstje afgaat van clichés in zowel JRPG’s als science-fiction en snak je naar de conclusie die voor mijn gevoel veel te lang op zich liet wachten.

Op eentje na
Een JRPG cliché die het, gelukkig, achterwege laat, is de enorme piek in moeilijkheidsgraad bij de eindbaas. Die is voldoende uitdagend, maar tenzij je overal fast travel voor hebt gebruikt, is het een uitdaging die je goed het hoofd moet kunnen bieden. En zelfs al is dat wel het geval, dan is dat snel zat opgelost. Grinden in The Divine Force is namelijk lachwekkend simpel.
Ik heb de game voltooid in Galaxy Mode, hetgeen neerkomt op de Normal moeilijkheidsgraad. Ik heb nooit zitten grinden; enkel monsters neergeslagen die mijn pad vooruit blokkeerden. Kijkend naar de levels van de party-leden op het moment dat die zich bij mij voegden, liep ik vijf tot tien levels achter op de verwachting die ontwikkelaar Tri-Ace had. En nog steeds velde ik alle monsters die op mijn pad kwamen in een of twee slagen, waarbij de level up-meldingen sneller binnenkwamen dan reacties op WhatsApp. Echt moeite steken in de combat mechanics, was daarom in de praktijk niet nodig.
Dit is ergens spijtig, want het team achter de game heeft duidelijk geprobeerd er iets leuks van te maken. Je kunt verschillende skills voor jouw karakter aanschaffen, welke je vervolgens kunt verwerken in drie verschillende combo’s. Elke skill kan je apart levelen om sterker te worden en gebruikt een bepaalde hoeveelheid AP, hetgeen voorkomt dat je jouw beste skills kunt spammen. Standaard heb je er hier vijf van, maar door gebruik te maken van een compagnon genaamd D.U.M.A. kan dit toenemen tot vijftien.

Doe ma
D.U.M.A. zou de centrale spil moeten zijn van gevechten. Het robotje kan zich aan de rug van vechters hechten, waarna ze met een soort dash over het slagveld kunnen vliegen. Door dit slim te gebruiken, kun je schijnbewegingen maken die vijanden van de kaart brengen en je meer AP geven. De mechanics zijn leuk gevonden, maar er wordt te weinig op voortgebouwd om de hele game lang boeiend te blijven. Daarnaast heb je er richting het eind van de game nog maar weinig aan, omdat veel vijanden er tegen die tijd immuun voor zijn, waardoor ik het compleet links liet liggen eens ik vijftien AP had verzameld. Er lijkt niet goed nagedacht over hoe het systeem op de lange termijn boeiend blijft, hetgeen eigenlijk toepasselijk is op het meeste van het spel. Dat is problematisch, want als je alles wil zien wat de game te bieden heeft, mag je makkelijk meer dan honderd uur incalculeren om alle zestien character endings te zien. En dat wil je allicht wel, want de cast en hoe ze met elkaar omgaan is zonder twijfel het hoogtepunt van de zesde Star Ocean.
Natuurlijk is de Aster VS ruimtevolk-dynamiek waar we het eerder al over hadden erg boeiend, maar er is voldoende gekeken naar de persoonlijkheid van alle karakters en hoe ze op elkaar inspelen. Verschillende karakters hebben al een verleden met elkaar en dit bij elkaar puzzelen aan de hand van het verhaal en optionele dialogen is iets wat mij oprecht motiveerde. Van de vrolijke en soms tikkeltje te optimistische prinses, tot de verbannen brompot met een hart van goud en zelfs de zwevende bal metaal; ieder karakter heeft voldoende diepgang om de gehele cast memorabel te maken. Kon ik maar hetzelfde zeggen over de game zelf.
Conclusie:
Ondanks een memorabele en oprecht leuke cast en setting, is The Divine Force een JRPG die meer fout dan goed doet. De slotakte is een samenkomst van de slechtste delen van het genre, gecombineerd met clichés uit science-fiction, en is zo ontzettend langdradig dat je aftelt naar het einde. En dat terwijl de game op Aster IV een weinig opvallende, maar wel vermakelijke action-RPG is die ik met plezier gespeeld hebt, zelfs als combat maar weinig om het lijf had.