Ze zeggen wel eens dat een nieuwe generatie consoles pas begint na ongeveer twee jaar na de daadwerkelijke release. Dan pas hebben ontwikkelaars de nieuwe technologie echt onder de knie en maken games optimaal gebruik van alle toeters en bellen, in plaats van dat het opgeschaalde games zijn van de vorige generatie. Mijn eerste reactie in het geval van de PS5 zou wijzen naar Astro’s Playroom, maar mij daarna laten beseffen dat Spider-Man: Miles Morales en Bugsnax nog duidelijk last hadden van cross-platform syndroom. Dus? Gaat Werewolf: The Apocalypse – Earthblood eindelijk de tweede next-gen titel zijn die ik onder handen mag nemen?
Kort gezegd is het antwoord daarop een nee zonder twijfel. Vanaf het moment dat je de game opstart zie je namelijk al dat de PlayStation 5 een achterafje was voor ontwikkelaar Cyanide Studios. Functies als haptische feedback en adaptive triggers spelen geen rol en grafisch zou de game ook op de PlayStation 4 al ervan langs krijgen. Dat zou je misschien niet zeggen als je screenshots bekijkt, daar hoofdrolspeler Cahal wel enorm gedetailleerd is, maar wie secondaire karakters bekijkt ziet duidelijk dat niet iedereen in deze wereld gelijk gemaakt is.
Aangenaam
Cahal is een van de titulaire weerwolven van deze game; een beschermer van Moeder Aarde vanaf de tijd voor de moderne mens en een guerillastrijder die het opneemt tegen megacorporaties die onze planeet doodbloeden voor hun eigen gewin. Wanneer ons avontuur begint staan jij en je kompanen klaar om Endron aan te vallen, een energiebedrijf dat zo komisch kwaadaardig is dat het niet zou misstaan in oude stripverhalen. Alles gaat echter fout en Cahal verliest zijn vrouw en de controle over zijn krachten. Overmand door verdriet en spijt verlaat hij zijn thuis voor jaren, terwijl hij de strijd op andere wijzen voortzet.
Laten we niet de eerste uren spoilen en doorgaan naar het moment waarop Cahal terugkeert en de game pas echt begint. Met Cahal en zijn medestrijders, zowel menselijk als weerwolf, ga je vol in de aanval tegen Endron, dat pure corruptie heeft weten te onttrekken aan de aarde. Ditmaal weet je echter beter dan ooit tevoren hoe gevaarlijk het bedrijf kan zijn. Elke missie begint daarom met infiltratie, gevolgd door stealth. Dat is althans het idee.
Hallo, dit is mijn klauw!
Cahal kan drie vormen aannemen gedurende zijn avontuur. Als mens kan hij deuren openen, computers hacken en een kruisboog gebruiken. Als wolf kan hij door ventilatieschachten kruipen, beter sluipen en blaffen om de aandacht van vijanden te trekken. Als beide kan hij stealth kills doen, om zo ongezien door een kamer te komen. Maar wanneer het misgaat en hij wordt gespot komt zijn derde vorm boven: de weerwolf. Als een twee meter hoog manbeest scheur je soldaten aan stukken, schud je kogels van je af en spring je afstanden waar Olympische atleten nog een puntje aan kunnen zuigen. Dit zou een prima gebalanceerde driehoeksverhouding moeten zijn, waarbij je vorm afhangt van je speelstijl en de situatie. De praktijk wijst echter anders uit.
Wanneer je een soldaat stealth killt kun je zijn lichaam niet verslepen bijvoorbeeld. Hierdoor kun je niet voorkomen dat zijn collega’s het gedurende hun ronde vinden en het alarm slaan. Dit maakt stealth kills onnodig lastig om uit te voeren, daar je moet wachten op een locatie waarop je niet enkel nu niet gezien wordt maar waar het ook onwaarschijnlijk is dat in de komende minuten iemand komt. Tel daarbij op dat je door de game heen steeds meer vijanden tegenkomt die je niet kunt doden vanuit stealth en situaties krijgt waarin een kamer geheel leeg moet zijn om het verhaal te vorderen en sluipen wordt met elke missie minder relevant, met als gevolg dat je opties gereduceerd worden tot een: alles aan stukken scheuren! Gelukkig is dat echter zó bevredigend dat ik dat persoonlijk niet zo storend wordt. Wie echter graag stilletjes te werk gaat, moet misschien nog even extra goed nadenken of Earthblood wel zijn of haar cup of tea is.
Déjà vu
Mijn bedenkingen over Werewolf: The Apocalypse gaan spijtig genoeg verder dan de wisselende grafische presentatie en de gameplay die behoorlijk grote steken laat vallen. Want ook op het gebied van leveldesign laat de game een hele hoop te wensen over. Daar je vecht tegen Endron, een megacorporatie, is het onoverkoombaar dat je veel rondsluipt in industriële complexen. En hoewel uren rondrennen in grotendeels grijze gebouwen niet bepaald mijn favoriete bezigheid is, is het er een die ik had kunnen vergeven gezien de context. Cyanide Studios heeft zich er echter wel heel erg makkelijk vanaf gemaakt.
Elk level gebruikt identieke deuren, sloten, computers, ventilatieschachten, vijanden en meer. En hoewel ik kan beamen dat een bedrijf vaak voor een gelijkaardige look van diens panden gaat, is het niet logisch dat dit zelfs doortrekt naar gebouwen die niet van Endron zijn. Bovendien maak je me niet wijs dat ze allemaal op precies dezelfde wijze zijn neergezet. Dit riekt naar gemakzucht en zorgt voor een game die zelfs met een speelduur van slechts ongeveer twaalf uur aanvoelt als een eindeloze sleur waar je maar niet vanaf komt. Vergeet PS5, dit was een game die op de PS3 al niet meer de standaard kon halen als het aankomt op vormgeving.
Nikszeggend
Vaste lezers zal het ongetwijfeld al opgevallen zijn: ik heb nog maar weinig gezegd over het verloop van het verhaal na de eerste opzet. Daar is een goede reden voor: ik heb er weinig over te zeggen. Werewolf: The Apocalypse – Earthblood is gebonden aan het bordspel waarop het gebaseerd is en moet daarom werken binnen diens kaders. Hierdoor kan het team wat het spel gemaakt heeft niet alle stoppen eruit trekken. Het gevolg is een vertelsel dat adequaat is, maar nergens positief of negatief eruit schiet. Een middenmoter dus, hetgeen een beetje kenmerkend is voor het geheel.
br>Conclusie
Wanneer je als een weerwolf soldaten met meerdere tegelijk aan stukken scheurt, is Werewolf: The Apocalypse – Earthblood een heerlijke power trip. Maar alles ertussen haalt dat naar onder. Eentonige omgevingen, alsmaar minder gebruikte stealth kills en een erg mediocre verhaal zorgen daar wel voor. De voldoende is dan ook voor een groot deel te wijten aan het feit dat dit niet geprofileerd wordt als een AAA-titel van € 60,-, maar een B-titel die de lat wat lager heeft liggen.