Ierland was vroeger niet veel anders dan nu. Er leefden allemaal mensen die bijna onverstaanbaar waren, zich tot het gaatje vulden met vies lauw bruin bier en het land was gek op de Rooms-Katholieke God, wat ze niet in dank af werd genomen door de Britten, die hun eigen Christelijke godsdienst hadden bedacht. Ieren waren, met andere woorden, een geval apart. Op zijn beurt was Stingy Jack een extreem geval, waardoor ik het gevoel heb dat dit wel een heel erg absurd iemand geweest moet zijn. Hij was een bedrieglijke dronkaard die zich in de meest onmogelijke problemen werkte, maar zich er altijd weer uit kon praten. Deze Guinness fan was zo berucht, dat zelfs Satan maar wat graag wilde weten of deze oude schuinsmarcheerder zijn reputatie waar kon maken.

Toen Jack op een nacht terugkwam na even lekker doorgehaald te hebben in de kroeg, strompelde hij over het pad van zijn tuin, zoekend naar de voordeur. Opeens zag hij op het pad een lichaam. Omdat hij wel vaker dingen zag die niet helemaal realiteit bleken te zijn, schopte hij er eens even lekker hard tegenaan. Er kwam geen gekreun, maar toen Jack nog eens goed keek, zag hij wie het werkelijk was. Dit was geen mens, maar een duivel en dit was niet zomaar een algemeen exemplaar. Het was Satan. Satan keek Jack aan en vertelde hem dat hij Jack komt halen; dit is het laatste moment van het chaotische leven van Jack. Maar Jack heeft een goede babbel en zonder veel moeite weet hij Satan te overtuigen om samen gezellig een smerig biertje te drinken. Satan heeft geen smaak en accepteert de uitnodiging en daar gaan ze, naar dat kleine café aan de haven.
Eenmaal in het café beginnen ze beide te drinken, maar Satan onderschat deze wandelende drankverslaving en overschat zijn eigen tolerantie voor het goedje. Als ze klaar zijn en Jack moet betalen, geeft hij aan dat hij geen geld heeft en vraagt aan Satan of hij in een daalder kan veranderen. Aangezien Satan ook een slok opheeft en ook geen geld heeft, vindt hij het een goed idee. Hij veranderd in een muntstuk waar vervolgens mee wordt betaald. Jack stopt echter de muntstuk in zijn eigen zak en, tot grote teleurstelling van Satan, kan niet meer terug veranderen, omdat Jack een klein kruisbeeldje in zijn zak heeft. Jack gaat lachend weg en Satan zit mokkend als munt in zijn zak. Jack gooit het op een akkoordje. Als Jack nog tien jaar mag leven, dan haalt hij de munt uit zijn zak en kan Satan weer veranderen in zijn oorspronkelijke gedaante. Satan geeft mokkend toe en de deal is rond.

Tien jaar later reist Satan weer af van Amsterdam naar Ierland. Hij gaat naar Jack en wilt hem nu meenemen naar de eindhalte. Jack vraagt aan Satan of hij nog eenmaal een appel mag eten. Satan gaat akkoord en loopt mee naar de boomgaard waar de appels voor het plukken hangen. Wat Satan niet weet, is dat in de Boomgaard het stikt van de kruisbeelden en zo wordt Satan weer in de mangel genomen door deze oplichter. Satan eist zijn vrijheid, maar onze slimme praatjesmaker wil het alleen maar doen als de duivel akkoord gaat dat de ziel van Jack niet meer in de hel komt als hij dood gaat. Ook hier zal de duivel akkoord moeten gaan.
Maar Jack onderschat op zijn beurt de duivel. Een bekrompen ziel als die van Jack komt de hemel niet in en omdat hij niet in de hel kan komen zal hij voor eeuwig rondzwerven over de prachtige groene velden van Ierland. Hij smeekt de duivel om toegang, maar Satan geeft geen centimeter mee. Hij geeft Jack een gloeiend kooltje om zijn weg te vinden in het donkere pad dat voor hem ligt. Jack vind onderweg een raap, waar hij het kooltje in gooit en zo wandelt deze eenzame ziel al eeuwen over de wereld, zonder gezelschap en zonder gevoel in de kilte van de eeuwige nacht.
Ieder jaar in de herfst komen er in talloze games, films, series en nog een hele hoop meer de pompoenen weer tevoorschijn. Deze hebben meestal een gezichtje ingekerfd en er zit een lampje in. Dit allemaal om de verdoemenis van Jack O'Lantern te vieren.
