Tarieven
Allereerst wat een tarief nu eigenlijk is: een tarief is een importbelasting. Stel dat de VS bijvoorbeeld een tarief van 30% op Chinese goederen heft. Dan betaal je als Amerikaanse consument 30% belasting op goederen vanuit China. Een Elden Ring T-shirt dat normaal gesproken $20 zou kosten op Temu, kost je dan ineens $26.

Bron: Visual Capitalist op basis van data van CNN en het Witte Huis
Tarieven verschillen per land, zodat Amerikanen bijvoorbeeld 30% invoerheffing betalen vanuit China tegenover 15% vanuit Japan. En aangezien PlayStations ingevoerd worden vanuit Japan, terwijl Xboxen grotendeels in China worden gefabriceerd, is het niet gek dat de prijsverhoging van een Xbox groter is dan die van een PlayStation. Sterker nog: de verhoging van $500 naar $650 representeert precies een verhoging van 30%. Zo bezien is het eigenlijk eerder vreemd dat de prijs van een PS5 slechts met 10% stijgt en dus niet de volle 15% van de invoerheffing. Microsoft berekent de tarieven dus geheel door aan de consument, terwijl Sony ook een deel van de tarieven in de winst laat lopen.
Doorberekenen
Hoe belastingen precies neerslaan in de waardeketen heet in economische termen tax incidence. Het idee achter tax incidence is dat degene aan wie je de belasting oplegt, niet per se dezelfde is als degene die de belasting betaalt. Neem bijvoorbeeld dat T-shirt van Temu: het maakt niet echt uit of Temu nu $20 rekent en de belastingdienst de koper een belasting van $6 oplegt of dat Temu $6 aan belastingen betaalt en dit doorrekent door de prijs van het T-shirt naar $26 te verhogen. In beide gevallen betaalt de koper uiteindelijk $26, ontvangt Temu $20 en gaat er $6 naar de Amerikaanse schatkist.
Door die tax incidence is het op voorhand vaak niet duidelijk wie er uiteindelijk precies voor een belasting gaat betalen. Trump lijkt te geloven dat buitenlandse bedrijven geheel voor de tarieven opdraaien, terwijl vrijwel elke econoom gelooft dat een aanzienlijk deel van de belastingen op Amerikaanse consumenten zullen vallen. Zo’n beetje de enige uitzondering hierop is Peter Navarro, die dan weer de enige econoom is waar Trump naar lijkt te luisteren.

Elasticiteit
Wie er uiteindelijk opdraait voor de tarieven en voor hoeveel precies, ligt aan de elasticiteit van vraag en aanbod. Elasticiteit zegt iets over hoe consumenten reageren op prijsveranderingen. Als de elasticiteit hoog is, dan zorgen kleine prijsveranderingen er al voor dat mensen fors minder gaan consumeren, terwijl bij een lage elasticiteit hogere prijzen nauwelijks effect hebben.

Bron: EzyEconomics. Dit plaatje laat zien dat verschuivingen van het aanbod (door bijvoorbeeld tarieven) een klein effect op de prijs hebben wanneer de vraag elastisch is (linker plaatje) en een veel groter effect hebben wanneer de vraag inelastisch is (rechter plaatje).
Elastische vraag zie je vaker bij producten waarvoor het makkelijk is om een alternatief te vinden of waarvoor het makkelijker is om de aankoop uit te stellen. Denk bijvoorbeeld aan vakanties, vliegreizen of uit eten gaan. Inelastische vraag komt vaker voor bij producten die in een bepaalde noodzaak voorzien, zoals bijvoorbeeld elektriciteit, benzine of zorguitgaven.
Wanneer de vraag elastischer is, en consumenten dus makkelijker een aankoop laten liggen, is het moeilijker voor producenten om belastingen af te wentelen op de consument. In het geval van PlayStation bijvoorbeeld: als Sony de prijs flink verhoogt, stappen gamers mogelijk over op Xbox of ze gamen nog even verder op hun PS4 voordat ze overstappen op een PS5.
Xbox versus PlayStation
De vraag is dus hoe elastisch de vraag voor Xboxen is ten opzichte van die van PlayStations: mogelijk reageren consumenten minder op prijsverhogingen van Xbox dan op die van PlayStation. Dit is niet per se een vreemde gedachte, omdat er minder Xboxen worden verkocht dan PlayStations. Hierdoor zou het zo zou kunnen zijn dat tussen alle Xbox-bezitters, er meer hardcore fans zitten. En als die hardcore fans toch wel een Xbox kopen, onafhankelijk van de prijs, dan is de algehele vraag naar Xboxen minder elastisch dan die naar PlayStations. Hier is ook wel enige indicatie voor: als je bijvoorbeeld kijkt naar de hoeveelheid games die gamers spelen dan is dat op de Xbox gemiddeld zo’n zes per maand, tegenover vier per maand voor Playstation. Dit zal vast ook samenhangen met Game Pass.

Maar als je naar de verkoopdata kijkt, lijkt er toch een behoorlijk effect van prijzen op verkopen. Na de prijsverhoging van Xbox in mei 2025 halveerden de wekelijkse Amerikaanse verkopen van Xbox ongeveer. En dat patroon zie je niet voor Xbox in Europa en Japan, waar de tarieven ten opzichte van China niet veranderd zijn, en niet voor PlayStation in Amerika, waarvoor de prijsverhoging pas later plaatsvond. Het lijkt er dus op dat consumenten wel degelijk reageren op die prijsverhogingen.

Bron: VGChartz
GTA6
Mogelijk rekent Microsoft op GTA6. Het is vrij waarschijnlijk dat die game het grootste entertainmentproduct aller tijden gaat worden. En dan kan het zomaar dat mensen meegaan in die hype en voor GTA6 een console kopen of die nu $500 of $650 kost. Of economisch gezegd dus: GTA6 kan ervoor zorgen dat de vraag naar consoles minder elastisch wordt.
Als je kijkt naar de data rond de release van GTA5, dan is daar ook wel wat voor te zeggen. In 2013 zie je rond de weken waar GTA5 uitkomt ongeveer een verdubbeling van het aantal verkochte Xbox 360 en PlayStation 3 consoles.

Bron: VGChartz
In de winst lopen
Vooralsnog is het vooral vreemd dat Microsoft de tarieven een-op-een doorvertaalt in de prijs, terwijl Sony de tarieven deels in de winst laat lopen. De eerste indicaties laten namelijk zien dat deze prijsverhoging een behoorlijk effect op de verkopen van XBox in de VS heeft. Mogelijk weet de marketingafdeling van Microsoft iets dat Sony niet weet, en mogelijk gebeurt er wel iets op het moment dat GTA6 uitkomt. Maar als je kijkt naar de eerste indicaties, dan heeft de prijsverhoging van Xbox wel degelijk een behoorlijk effect op de verkopen.
Mark Dijkstra is een universitair docent Finance aan de Vrije Universiteit Amsterdam en een fervent gamer. Met zijn kennis én zijn passie schrijft hij twee keer per maand een gastcolumn op GameQuarter, waarbij hij gebeurtenissen en ontwikkelingen in het gaming-landschap bekijkt vanuit een economische lens.
Reacties (0)
Deel je mening over dit artikel met andere GameQuarter-lezers
Plaats een reactie