Ezio Auditore da Firenze, op het ene moment een flamboyante jongen die denkt over de straten van zijn woonplaats te heersen, op het andere moment een dodelijke assassin over wie zelfs in de meest afgelegen gebieden wordt gesproken. En dan hebben we nog de Renaissance, een periode waarin mensen zich bezig houden met kunst en wetenschap, maar waarin ook corrupte machtshebbers hun invloed gebruiken om de nodige mensen ter dood te veroordelen. Ook Assassin’s Creed heeft twee totaal verschillende kanten: die van een leuke en helaas ook van een teleurstellende game.
Dat er achteraf zo veel werd gesproken over de eerste Assassin’s Creed, was grotendeels te wijten aan de hype die misschien niet helemaal terecht was. Na de eerste missie had je namelijk praktisch alles al gezien. De opdrachten bleven zich herhalen en de vele bugs en glitches maakten het avontuur er niet veel beter op. Desalniettemin was de game een groot succes, wat voor Ubisoft een mooie gelegenheid is om nog wat meer geld te innen met een groots vervolg. Een vervolg dat dit keer korte metten moet maken met de kritieken die het eerste deel te verwerken kreeg.
De kans is groot dat je bij het horen van Assassin’s Creed meteen aan het woordje ‘repetitief’ denkt. ‘Niet lang meer’ moet Ubisoft Montreal gedacht hebben, want de mogelijkheden die de Italiaanse renaissance je biedt zijn op sommige momenten overweldigend. Wie denkt direct een mes in de halsslagader van een doelwit te plaatsen komt echter bedrogen uit. Pakweg de eerste anderhalf tot twee uur leert de game je onder andere de controls, personages en omgeving kennen.
Dit verandert al snel wanneer een corrupte papzak met behulp van een samenzwering Ezio’s vader en broertjes weet op te hangen. Voor wie de afgelopen maanden Assassin’s Creed II niet zo heeft gevolgd: net als zijn voorganger speelt de game zich voor een zeer korte tijd af in het heden. Nadat Desmond Miles door middel van een machine de vaardigheden van zijn voorvaderen wil leren, kom je in de geschiedenis terecht bij Ezio, een jonge jongen die zich prima lijkt thuis te voelen tussen de mooie dames en rivaliserende bendes. Wanneer hij door bovenstaande gebeurtenis een mentale klap te verwerken krijgt, is het duidelijk wat er moet gebeuren. Iedereen die ook maar een beetje heeft bijgedragen aan de executie van zijn halve familie moet dood. Geen gemakkelijke opgave voor iemand die de kunst van het moorden nog moet leren.
Maar Ezio staat er niet helemaal alleen voor, want in de loop van de game sluit hij onder andere vriendschap met plaatselijke rebellen, dieven en de sympathieke Leonardo da Vinci. Dankzij Da Vinci’s geniale brein kun je aan de slag met een aantal van zijn uitvindingen, zoals een verborgen pistool en een vliegmachine. Historisch gezien niet helemaal correct, maar Ubisoft heeft wel zijn best gedaan om een database te bouwen waarin allerlei feitjes te lezen zijn over belangrijke personages, bouwwerken en gebeurtenissen uit deze klassieke periode. Geïnteresseerden in geschiedenis kunnen dus het beste een kijkje nemen in het menu wanneer Ezio op het San Marcoplein of de Rialtobrug in Venetië staat. Venetië is op zich al een grote stad, dus is het des te indrukwekkender om te zien dat het niet bij die ene locatie blijft. De game begint in Firenze, maar later zul je ook onder andere op het platteland van Toscane je missie voort moeten zetten. De rest moet je zelf maar ontdekken.
Ontdekken valt er in ieder geval genoeg dankzij de uitgestrekte omgevingen. In negen van de tien gevallen zou zo’n grote schaal zorgen voor een gebrek aan details, maar daar is in het geval van Assassins’s Creed II weinig van te merken. De steden zijn met veel zorg nagemaakt en in de straten kom je enorm veel mensen tegen die bezig zijn met het alledaagse leven. Ook kan Ezio net als Altaïr uit het eerste deel vrijwel alles beklimmen. Het klimsysteem werkt op een paar uitzonderingen na nog altijd goed en zorgt er bovendien voor dat het aantal verschillende manieren om bijvoorbeeld een vijand te benaderen of eraan te ontsnappen toeneemt. Speelplezier gegarandeerd.
Assassin’s Creed II is een free roamer van het puurste soort en laat je toe om op je eigen tempo de hoofdmissies door te lopen. Het verhaal duurt al zo’n vijftien uur, maar dan heb je nog niet eens de helft gezien. Zo liggen her en der graftombes verspreidt, waarin Ezio het nodige klim- en klauterwerk moet verrichten om ze te kunnen plunderen. Wie niet zo van klimmen houdt kan ook aan de slag met allerlei zijmissies of het upgraden van je eigen stadje Monteriggioni, zodat er meer geld in het laatje wordt gebracht. Dit alles is niet verplicht en zorgt voor de welkome afwisseling die de eerste game zo miste. Toch zien we de volgende keer liever een wat beter uitgewerkte game.
Op papier lijkt dit vervolg korte metten te maken met alle gebreken uit het origineel, maar zodra je eenmaal met een missie bezig bent, merk je dat Assassin’s Creed II op sommige vlakken flink te kort schiet. Geheel volgens de gewoontes van het free roaming genre krijg je voor een missie een kort filmpje voorgeschoteld, waarin wordt uitgelegd wat je te wachten staat. In de praktijk blijkt dit meestal een teleurstelling te zijn. We hadden verwacht dat de game na verloop van tijd wel onverwacht uit de hoek zou komen, maar na de zoveelste standaard missie (het bevrijden van gevangenen of het afluisteren van verdachte figuren, om er maar een paar te noemen), bleek dit helaas valse hoop te zijn. Ubisoft Montreal speelt wel heel erg op veilig wat betreft originaliteit.
De afwezigheid van memorabele momenten is niet het enige waar wij ons aan hebben gestoord. De meeste moordopdrachten verlopen chaotisch en zijn vooral te makkelijk. Behalve de momenten waarop je simpelweg niet ontdekt mag worden is het gebruik van stealth nooit echt noodzakelijk. Het beste idee is meestal het simpelste idee: je gebruikt Eagles Vision om het doelwit te spotten, rent er op af en de missie is al bijna voltooid. Het enige wat nog rest is de tientallen wachters ontvluchten. Geloof ons als we zeggen dat dit makkelijker is dan het klinkt, veel makkelijker.
Voor een game met zo weinig uitdaging is het opvallend hoe frustrerend Assassin’s Creed II soms kan zijn. De grote hoeveelheid bugs en glitches haalt regelmatig het speelplezier naar beneden, net zoals een aantal onbegrijpelijke designkeuzes. Je kunt bijvoorbeeld geen filmpjes skippen en missies handmatig herstarten. Niets maar dan ook echt niets is frustrerender dan het vroegtijdig verprutsen van een opdracht die je binnen een bepaalde tijd moet uitvoeren, waardoor je dus verplicht moet wachten totdat de tijd voorbij is. En dan hebben we nog de Italiaanse straatmuzikanten die op elke hoek te vinden zijn, alleen op jou afkomen, je pad blokkeren en vervolgens een serenade gaan zingen. Met de harde hand duidelijk maken dat je hun zangtalent niet erg op prijs stelt mag niet, want voor je het weet staan er vier stadswachters om je heen.
De mate waarin Ezio in de gaten wordt gehouden door lokale orderhandhavers is afhankelijk van een handig metertje linksboven op het scherm. Om te voorkomen dat je wordt opgemerkt kun je bijvoorbeeld een paar posters van muren afscheuren of loslippige mensen een zak geld in de handen duwen. Beland je dan toch in een gevecht, dan kun je vrij makkelijk aanvallen ontwijken en counteren. Dat laatste levert overigens een leuk schouwspel op waarbij het bloed rijkelijk vloeit. Maar helaas kent ook het vechtsysteem de nodige gebreken: de counters zijn eigenlijk iets té gemakkelijk en de kunstmatige intelligentie is nog altijd matig. Al moet gezegd worden dat vijanden over een pak meer hersenen lijken te beschikken dan Ezio’s handlangers.
De grote omgevingen mogen dan wel boordevol details zitten, de game weet duidelijk grafisch niet meer zo te verbazen als twee jaar geleden. En dan bedoelen we vooral de cutscenes waarbij de gezichtsuitdrukkingen op zijn zachts gezegd wel wat extra werk konden gebruiken. Gelukkig vergeet je dit al snel wanneer je net voor zonsondergang (Assassin’s Creed II kent een dag- en nachtcyclus) op het hoogste punt in Venetië over de rest van de stad uitkijkt.
br>Conclusie
Assassin’s Creed II is duidelijk te ambitieus geweest. De Italiaanse steden (en dan vooral Venetië) zijn op een nog nooit eerder vertoonde manier tot in de details nagebouwd, maar eenmaal je als assassin over de daken springt steken de problemen al snel de kop op. Het is een raadsel waarom Ubisoft Montreal wel half Italië op een schijfje kan persen, maar niet de vele onvolmaaktheden kan wegwerken. Toch kan deze game je door de aanwezigheid van een grote spelwereld en vele missies lang bezig houden. Leuk, maar verre van perfetto.