Mijn voornaamste reden voor dit besluit, was pure nieuwsgierigheid. Digimon games halen het qua populariteit niet bij die andere grote creature collector, maar hun titels zijn veel diverser en experimenteler. Digimon Survive bijvoorbeeld, was met name gedurende de eerste playthrough behoorlijk heftig op momenten. De meer grimmige en soms volwassen tonen van die game smaakten naar meer en die hoopte ik te vinden in Time Stranger.

Context
Belangrijk om te weten, is dat Time Stranger op geen enkele wijze verbonden is met Survive. Het is losjes verbonden met de DS-trilogie en de twee Digimon Story-titels die erna verschenen, maar het is meer een gedeeld universum dan een gedeelde cast of zelfs gedeelde wereld. Er zijn cameo’s, maar zelfs zonder context van die titels ga je met volle teugen kunnen genieten van deze game. Op den duur tenminste.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik in eerste instantie baalde als een stekker van mijn keuze. We beginnen uit het niets met een karakter die blijkbaar een soort geheim agent is, maar waarvan de geheime identiteit onder druk staat. Niet vreemd gezien zijn outfit die rechtstreeks uit een klassieke shounen manga zou kunnen komen, maar daar ga ik geen grappen over maken. Dat doet de game zelf wel…tot treures aan toe.
Nadat je als deze niet zo geheim agent op een missie gaat in het afgesloten Shinjuku District waar zich acht jaar geleden een mysterieuze ramp voltrok, kom je oog in oog met de wezens die wij Digimon noemen. Zij noemen het Shinjuku van 2028 hun thuis en zijn niet bang om mensen aan te vallen die het betreden. Om jezelf te beschermen, heeft ADAMAS (jouw werkgever) daarom een apparaat gemaakt waarmee jij eigen Digimon kunt oproepen om aan jouw zijde te vechten. Daarom is het tijd om jouw starter te kiezen: Patamon, Demidevimon of Gomamon.

Slow burn
Met jouw nieuwe partner baan je je een pad door steeds sterkere Digimon die het versperren, scan je hun data en breidt je jouw eigen crew uit. Tegen de tijd dat de eerste baas zich aandient, heb je gegarandeerd een party van zes, bestaande uit drie vechters en drie reservestrijders. Je hebt ze waarschijnlijk zelfs als een paar keer geëvolueerd, zodat je in ieder geval een paar rookies hebt om de strijd aan te gaan met de bijna clichématige Kuwagamon. Maar op dat moment duikt een metalen gigant op, gevolgd door een gat in de lucht, een explosie en uiteindelijk een agent die wakker wordt in 2020.
Je zou denken dat dit de proloog is. De game gaat nu echt beginnen. Niets is minder waar. Dit was meer de tutorial en voor de game goed en wel van start gaat, getuige dat dan het logo pas in beeld komt en de wereld fatsoenlijk voor je open gaat, ben je een dikke zes uur verder. In die zes uur heb je vooral rond gerend in Tokio, gesprekken gevoerd waarvan het schrijfwerk het best kan worden beschreven als awkward. Hiernaast heb je alsmaar hetzelfde handjevol Digimon bevochten in hetzelfde ondergrondse gangenstelsel waar blijkbaar alles gebeurt. Het is niet de meest enerverende introductie, maar gelukkig weet het spel zich hierna te herpakken. Al gaat ook dat stukje bij beetje.

De focus
Jij mag dan wel de speler zijn van Time Stranger, maar het is niet jouw karakter die daadwerkelijk de hoofdrol bekleed. Jij bent de uitvoerende factor met de Digimon aan jouw zijde, maar voornamelijk is dit verhaal het verhaal van Inori en Aegiomon. Inori is een ‘’normaal’’ mens, maar raakt verzeild in jouw missie om de tragedie van 2028 te voorkomen wanneer ze zich ontfermt over een eenzame Digimon die uiteindelijk evolueert in Aegiomon om haar te beschermen. Dezelfde Aegionmon die volgens legendes de digitale wereld zal redden wanneer die in gevaar is. Bijvoorbeeld door een burgeroorlog tussen Digimon die dreigt uit te breiden naar de mensenwereld!
Lange tijd is dit scenario afwenden de focus van jouw avontuur. Samen met Inori en Aegiomon reis je door de verschillende regio’s van deze server en probeer je te voorkomen dat de volledige oorlog uitbarst. Ondertussen maak je kennis met de alsmaar groeiende cast aan goede én slechte Digimon, waarbij natuurlijk een hele hoop gevochten moet worden. Het recht van de sterkte zegeviert ook in de digitale wereld en je gaat geen mega’s op je team krijgen door conflicten uit te praten.
Wat de game siert, is dat het makkelijk een formule had kunnen volgen zoals Pokémon dat doet. Elk gebied heeft zijn eigen conflict met een sterke baas van de vijandelijke Titans die als de Gym Leader dient. Gooi er nog een soort Elite Four achteraan en klaar is Koji. Dat doen we niet. Meerdere keren als je denkt dat je weet hoe het verder gaat lopen, gooit men de boel weer om. Dat voelt soms best desoriënterend en abrupt, maar toch weet het zich mooi tot een geheel te vormen in de eindsprint. Al gaat die vlieger wel alleen op voor de main story.

Why!?
Zoals het RPG betaamd, zal je in Digimon Story de nodige sidequests op je bordje krijgen. Sommige daarvan zijn oprecht leuk en interessant, terwijl andere vooral basale collectibles zijn. Ze zijn echter allen broodnodig om anamoly points te krijgen, welke je uiteindelijk in staat stellen om sterkere evoluties voor je Digimon te ontgrendelen. Je kunt ze dus moeilijk links laten liggen, hoe graag je het allicht ook zou willen. Niet omdat ze zo verschrikkelijk zijn, maar omdat het ‘’Strange’’-stukje van de titel doortrekt naar allerlei aspecten van het spel.
De game is niet heel groot, laat me daar duidelijk in zijn. Als je alle gebieden zou nemen en ze aan elkaar zou plakken, is het nog steeds maar een fractie van bijvoorbeeld een Wild Area van Pokémon: Sword & Shield of een planeet in No Man’s Sky. Toch is van A naar B rennen een tijdrovende klus. Er is geen algemene fast travel die je op elk moment kunt gebruiken en de alternatieven die er zijn, zijn gefragmenteerd en frustrerend. Laat me je een situaties schetsen:
Je bevindt je in jouw verhaal in de mensenwereld. Je rent rond in Akihabara en krijgt dan een bericht dat een Digimon zich in het colosseum in de Factory Area heeft aangediend als een uitdager. Dat zijn snel verdiende anamoly points dus daar gaan we! We rennen door de straten om een taxi of station te zoeken. Eens daar aanbelandt, rennen we naar het dak van een zeker gebouw om te babbelen met Pegasusmon. Het biedt aan ons naar een zekere locatie te brengen die dient als de brug tussen onze wereld en die van de Digimon. Eens daar aanbelandt, moeten we naar de poort rennen die de daadwerkelijke transportatie doet. Aan de andere kant van de poort staat Birdramon. Die is onze fast travel aan deze zijde en dus vragen we het ons naar onze volgende locatie te brengen. Niet Factory Area, dat zou te makkelijk zijn. In plaats daarvan gaan we naar de haven, waar een andere Digimon ons naar Factory Area brengt. Daar zoeken we wéér naar Birdramon, die ons een lift kan geven naar het Colosseum. En dan heb je een van de makkelijkere routes afgelegd…

Nani the fuck!?
Als dit alles was, was het nog te overzien. Een irritatiepunt zeker, maar een waar je maar mondjesmaat mee te maken krijgt als je door het verhaal gaat. Ook dat strookt echter niet met de realiteit van Digimon Story. Sidequests komen op cruciale momenten in het verhaal in batches binnen en ze voltooien levert er vaak meer op. Zoals gezegd is ze negeren een optie, maar zonder de punten die ze je opleveren, ga je al snel merken dat je achter begint te lopen met de curve. Als in dat jij nog Champions gebruikt wanneer de Ultimates je om de oren vliegen. Dit is prima te overbruggen – dat is zo zijn eigen hekelpunt – maar duidelijk niet de intentie van het ontwikkelteam. Maar dan kom je bij het eind.
Op het moment dat ik bij de climax van dit verhaal kwam, was ik opvallend genoeg pas net over de helft van alles wat ik met Anomaly Points kon ontgrendelen. Dit betekent dat de groei van mijn Digimon beperkt werd, ze trainen moeilijker werd en dat ik zekere transformaties gewoon niet kon gebruiken. En spontaan word je gebombardeerd met een absurde hoeveelheid sidequests die je makkelijk een uur of tien bezig kunnen houden. Het is niet het eind van de wereld, maar wel zo’n ontzettend vreemde design-keuze, vooral daar dit is waar drie soorten collectibles opeens nog hun intrede maken. De vreemdste keuzes zijn echter gemaakt bij de Digimon zelf.

Dit kun je niet menen
Op het oppervlak is deze game een vrij rechtoe-rechtaan creature collector. Gevechten zijn turn-based, er zijn stats en levels, skills om te leren en als bepaalde mijlpalen worden gehaald, worden je monstertjes sterker en stoerder. Iedereen die ooit kennis heeft gemaakt met die genre, snapt precies wat er van je verwacht wordt. Dus waarom moet men het hier zo ontzettend moeilijk maken?
Laten we beginnen met de stats en levels. Digimon hebben ieder hun eigen level cap, welke afhangt van verschillende factoren. Hoeveel exemplaren je van een specifieke Digimon had gescand voor je het oproept bijvoorbeeld, op welk level een Digimon zat voor die transformeerde en hoe vaak ze getransformeerd zijn. Dit alles samen komt onzichtbaar samen in iets wat men de Talent Cap noemt en waar jij enkel naar kunt gissen. Geweldig.
Gelukkig is de level cap bereiken niet het eind van de wereld. Je kunt Digimon versterken door ze andere Digimon te voeren. Denk bijvoorbeeld aan dubbele exemplaren welke zijn geleveld doordat ze al jouw Digimon XP ontvangen na een gevecht. Al zit ook hier een limiet aan, welke vasthangt aan hoe aardig een Digimon je vindt. Dat limiet is, je raadt het al, ook niet duidelijk zichtbaar. Je moet het dan al gaan turven daar dit gelijk is aan hoeveel procent je in jouw bond-meter hebt.
Een andere optie is je Digimon Digivolven. Heb jij een Wargreymon met level cap 80? Dedigivolve naar Metalgreymon. Die gaat terug naar level 1, maar krijgt wel een stukje mee van de hogere stats van zijn evolutie. Als je dan vervolgens na het nodige levelen weer een Wargreymon ervan maakt, heeft die een hogere level cap én hogere stats dan dat die eerder zou hebben. Al gaat die ook weer naar level 1, dus dat ga je pas weer zien na het nodige grinden. Bovendien zit ook hier weer een limiet aan. De bonusstats van slechts een aantal van deze sprongen wordt bewaard. Ga je hier overheen, dan verlies je de oudste boost. En je raadt al hoe je dit kunt zien…

Ik haat farming sims!
De grootste debiele keuze is echter een systeem genaamd de Digifarm. Dit is een plek waar je Digimon kunt dumpen om ze een stat te laten trainen. Hoe groot de boost die ze krijgen precies is, hangt af van de skills die je hebt gekocht met Anomaly Points, maar op zijn best kijk je naar zo’n 300+ extra in één stat na anderhalf uur. Je kunt ook ¥10.000 gebruiken om dat anderhalf uur te skippen, maar verwacht ongeveer ¥1.000.000 nodig te hebben als je op die manier één Digimon naar het max wil boosten. Dit ga je dus niet zomaar even voor een compleet team doen. Als je nu het normale riedeltje verwacht over onzichtbare limieten is dat mooi! Want dan hoef ik dat niet te herhalen. Ik heb namelijk een vele grotere klacht en dat is hoe omslachtig dit is ingericht.
Als ik een Digimon heb wiens stats te laag zijn voor een volgende evolutie, moet ik naar een specifieke plek gaan om de Digifarm te openen. Dan zet ik mijn Digimon op de farm, ga ik naar een overview van de farm, kies ik een regime en wacht ik. Als ik daarna terugkom, moet ik maar hopen dat ik nog weet wat voor stats die moest hebben, want anders moet ik mijn Digimon uit de farm halen, naar mijn digivolution-optie in het menu scrollen, de Digimon zoeken en kijken of die kan transformeren. Omslachtig voor één, maar een absurde klus als je ze met dertig tegelijkertijd aan het trainen bent. En met bijna vijfhonderd Digimon en de noodzaak van dergelijke boosts, kun je daar niet omheen. Want dan ga je tegen een muur aanlopen.
Digimon Story: Time Stranger is over het algemeen geen moeilijke game, laat me daar duidelijk in zijn. De reguliere mobs zijn fodder als je ze niet massaal ontloopt en de sidequests doet. Maar bazen zijn belachelijke stapels HP met op momenten echt debiele gimmicks om je te frustreren. Dan heb je de stat boosts nodig die komen van grinden. Dat vind ik geen probleem, getuige dat ik games als Romancing Saga en Disgaea kan waarderen, maar als je dit moet doen onder de restricties van de laatste twee paragrafen, gaat de lol er toch behoorlijk vanaf. Bovendien hebben alle Digimon hetzelfde stat limit, dus met voldoende tijd kun je feitelijk een Botamon maken die zwaargewichten als Venommyotismon tegen de grond aan werkt.
De enige reden om dit niet te doen, is dat sterkere mons er vaak veel cooler uitzien en hun unieke aanvallen krachtiger zijn. Denk hierbij aan een Pepper Breath van Agumon, Flame Inferno van Creepymon of Black Tornado van Blackwargreymon. Hiernaast kunnen alle mons via skill discs vier andere aanvallen leren, waarbij elke mon elke disc kan leren. Zo kun je jouw crew een beetje diverser maken. Deze aanvallen zijn echter nooit zo sterk als de krachtigere aanvallen van de betere mons.

En toch
En toch moet ik zeggen dat ik me goed vermaakt heb met deze game, iets waar mijn vrouw niets van snapte. Ik heb me enorm geërgerd aan de vele rare keuzes die men heeft gemaakt en daar heeft ze me hardop over horen vloeken. En toch had ik het spel binnen no-time weer in de handen. Is dit omdat ik een zwak heb voor creature collectors en je er hier zoveel kunt krijgen? Deels wel ja. Maar vooral wilde ik gewoon dit avontuur afronden. Wanneer na een dikke vijftig uur eindelijk de duidelijk voelbare inconsistenties worden geadresseerd en alle puzzelstukjes op hun plek vallen, merk je gewoon dat dit in de basis een goede game is. Het probleem is alleen dat het een geweldige game had kunnen zijn, maar net zoals in Survive weerhouden bizarre keuzes het spel ervan om zijn volle potentie te bereiken.
DLC
Voor onze review van Time Stranger, kregen wij de Ultimate Edition. Dit betekent dat we ook een berg DLC kregen. Natuurlijk moeten we dat ook adresseren. Laten we het saaie spul als eerste adresseren: cosmetics. De Costume Pack (€ 12,99) bevat een paar outfits gebaseerd op Digimon Adventures, strandkleding en geheim agenten. Hier komt enkel bij de Deluxe en Ultimate Editions een Cyber Sleuth Set bij, welke je niet los kan kopen en ook niet in de Season Pass zitten.
Wat wel in de Season Pass (€ 29,99) zit, is extra story content met extra Mega level Digimon. Deze moeten echter nog verschijnen en zullen we te zijner tijd apart recenseren. Enkel de Golden Moai, een cosmetic voor op de Digifarm, krijg je nu al daadwerkelijk.
De soundtrack, welke je voor € 19,99 los kunt kopen, zit er dan weer niet in die Season Pass, dus zal je moeten kopen als je niet de Ultimate Edition aanschaft, daar deze ook niet in de Deluxe Edition zit.

Hetzelfde kan worden gezegd van twee speciale Digimon die je aan de start van jouw avontuur krijgt: een Agumon die Bond of Bravery kan benutten en Gabumon die Bond of Friendship kan gebruiken. Dit zijn Digivolves die je in de game kunt krijgen, maar je hebt waarschijnlijk het einde al gezien voordat je ze ontgrendeld hebt. Wil je ze eerder hebben? Dan moet je de Ultimate Edition van € 119,99 kopen, daar je ze niet los kunt aanschaffen. En je hebt ze dan ook écht eerder. Nog voor je uit de Proloog bent, sleur je dan al twee Mega+ Digimon met je mee. Dit maakt het begin van de game belachelijk simpel, maar door het hele gedoe met de talent cap zullen ze snel zal worden ingehaald als je niet gaat spelen met ze op en neer transformeren. Hun limieten zijn namelijk al gevuld en anders trainen is daardoor niet mogelijk.
Andere Digimon die je direct kunt krijgen, zijn zwarte varianten van Agumon en Gabumon. Je krijgt deze als je het spel hebt gereserveerd of voor € 3,99 in de store. Deze kun je echter ook prima op een redelijk moment in de game krijgen. Dus tenzij je al heel snel deze duistere digi’s in je team wil, hoef je je niet gedwongen te voelen deze aan te schaffen. Hetzelfde geldt voor de € 7,99 Outer Dungeons die je kunt gebruiken om te grinden. Daar heb je genoeg andere alternatieven voor, al kan ik niet ontkennen dat het het proces kan versnellen. Maar net zoals eigenlijk alle DLC van het spel, Season Pass daargelaten gezien we de content nog niet kennen, moet je je toch echt afvragen of dit het geld wel waard is.
Conclusie:
Als een creature collector en een RPG is Digimon Story: Time Stranger best geslaagd. Het verhaal is boeiend en gevarieerd, gevuld met een hoop herkenbare karakters uit de franchise en een overdaad aan sidequests. Het probleem is echter hoe dit alles gepresenteerd wordt. Time Stranger staat bol van de rare design-keuzes die het genot van de speler actief tegenwerken, waardoor de score een stuk lager uitvalt dan het anders had gedaan. Toch blijft het een prima spel, zelfs met al die kanttekeningen. Dat zegt ook wat.






Reacties (5)
Deel je mening over dit artikel met andere GameQuarter-lezers
Plaats een reactie