Als wacht van het prachtige dorpje Angel Falls heb ik een aantal belangrijke taken meegekregen. Ik bescherm dit dorpje, gelegen aan een grote waterval, met mijn leven. Nouja, spreekwoordelijk dan. Ik leef namelijk niet. Ik ben een engel. De mensen van Angel Falls zijn mij erg dankbaar. Zien kunnen ze mij niet maar ik voel dit. Er staat zelfs een klein standbeeld met mijn evenbeeld in het dorp. Hun dankbare giften offer ik op aan Yggdrasil, de heilige boom. Of althans, offerde. Toen ik dit net wilde doen viel ik uit de lucht en belandde in Angel Falls. Dit keer niet als engel...
Ik wordt aangesproken door de eerste de beste persoon die ik tegenkom. “He, ben jij nieuw hier?!”, zegt de man. “Hoe kan de aardige man mij zien?”, denk ik. Als ik op mijn rug voel, merk ik dat mijn vleugels verdwenen zijn. Ik ben geen engel meer, ik ben een gewoon mens. Toch moet ik mensen blijven helpen en Angel Falls blijven beschermen, in de hoop tegelijkertijd de oorzaak van mijn val te ontrafelen. Om te beginnen spreek ik zo veel mogelijk mensen aan. Zij geven mij opdrachten en als ik deze op een goede manier voltooi, krijg ik leuke spulletjes. Ook merk ik dat ze mij dankbaar zijn. Net als toen ik een engel was, ontvang ik namelijk nog steeds zogenaamde ‘benevolessences’. Ik kan ze nu echter niet opofferen aan onze heilige boom omdat ik deze niet kan bereiken.
De opdrachten hebben allemaal wat van elkaar weg. De ene keer moet ik een vermist meisje opsporen, terwijl ik de andere keer gevraagd wordt om een groot monster te verslaan. Dit lijkt vrij divers, maar het komt iedere keer op vrijwel hetzelfde neer: ga naar een grot/toren/gebied toe, vecht je een weg door een scala aan grappige maar dodelijke vijanden en versla een eindbaas. Simpel, maar erg leuk en uitdagend. De grotten waar ik op zoek moet naar een eindbaas zijn namelijk groot en zitten vol met verrassingen. Zo heb ik al veel leuke schatten gevonden en ben ik erg rare wezens tegengekomen.
Die wezens verdienen even een aparte uitleg. In mijn wereld is het namelijk de gewoonste zaak dat levensgrote komkommers met een zwaard je aan willen vallen. In uw wereld is dit niet zo denk ik. Gelukkig kan ik ervoor kiezen ze aan te vallen of niet. Ik moet namelijk op de vijanden aflopen. Natuurlijk kunnen jouw tegenstanders hetzelfde proberen bij jou, maar het is mogelijk om voortijdig te ontsnappen aan de draakjes op een wervelwind, reuze blauwbilbavianen, salamanderridders en Knocktopussen.
Gelukkig sta ik er niet alleen voor. Tijdens mijn bezoek aan de herberg, waar ik mijn levensbalk/magiebalk weer op kan vullen, kwam de herbergier naar mij toe met de vraag of ik hulp nodig had. Gretig maakte ik hier natuurlijk gebruik van. Net als ikzelf ooit gecreëerd ben door u, kon ik dit keer mijn eigen vrienden uitkiezen. Ik koos een vrouwelijke magiër, een mannelijke ridder en een ‘avatar’-achtige (als in de televisieserie) vechtsport-specialist. Nadat ik ze een naam had gegeven, hun uiterlijk had veranderd en hun eigen klasse gekozen had, konden we samen op pad. Op naar het slagveld.
Zoals ik al eerder zei, draait het in mijn leven vooral om het vechten met monsters. Wanneer ik op een willekeurig creatuur afloop en met hem begin te vechten, staat de wereld plots stil. Ik krijg dan even de tijd om mijn aanvallen en die van mijn vrienden te plannen. ‘Turn-based’-actie noemen ze dat in jullie wereld. In mijn wereld noem ik het vooral handig. Na een aantal gevechten ben ik namelijk te weten gekomen wat de sterktes en de zwaktes van mijn tegenstanders zijn. Doordat ik de tijd krijg om mijn aanvallen te kiezen, kan ik de krachten van mij en mijn vrienden optimaal benutten. Zo val ik monsters die een zwakte hebben voor ijs met mijn magiër Ira aan, met een spreuk waarin ze vlijmscherpe ijspegels uit de lucht tevoorschijn tovert. Ook kan ikzelf mijn vrienden beter maken als ze een flinke klap van de vijand hebben gehad. Tevens merk ik dat onze vaardigheden vooruitgaan, naarmate we meer gevechten winnen. We leren nieuwe spreuken en nieuwe aanvallen.
De wereld waarin ik rondloop is groot, heel groot. Ik ben erachter dat als ik alleen maar de rode draad van mijn leven volg, ik al ruim 40 uur bezig ben om mijn levensdoel te ontrafelen. Natuurlijk heb ik ook nog eens de kans om extra veel mensen te helpen, door zogenaamde ‘side-quests’ op te lossen. Deze zijn niet noodzakelijk, maar bieden mij wel leuke dingen. Zo krijg ik vaak unieke wapens van de opdrachtgevers of trainen ze mij zodat ik een andere klasse beheers. Mijn wereld is ook prachtig. Alles om me heen ziet er geweldig uit en mijn vrienden en ik bewegen op een haast goddelijke manier over het landschap. Spreuken zien er echt magisch uit en de verschillende aanvallen en wapens laten zich ieder op een eigen unieke manier zien. Werkelijk een wonderschoon gezicht.
Ook in mijn wereld zijn er natuurlijk mindere dingen te beleven. Zo is het vervelend dat ik niet op ieder moment mijn verhaal kan bewaren. Het is wel mogelijk, maar dan gaat het Nintendo DS-systeem meteen uit. De beste manier is om naar de kerk te gaan en daar de priester mijn belevenissen te vertellen. Hij vraagt met dan of ik mijn verhaal wil bewaren en ik kan dan met een gerust hart mijn wereld verlaten.
Tenslotte kan ik mijn verhaal met anderen delen via het wereldwijde web. De wereld waarin ik rondloop heeft namelijk zijn online functies. Nieuwe quests, schatkaarten en bekende personages uit eerdere Dragon Quest delen zijn hiermee allemaal binnen te halen. Combineer dit met de vele klassen die ik vrijgespeeld heb en ik kan nog een lange tijd vooruit. Ook kunt u mijn verhaal samen met uw vrienden spelen. Door een game te hosten kan je samen met anderen de quests oplossen.
br>Conclusie
Als beschermengel heb ik een hele leuke tijd gehad. De wereld om mij heen ziet er erg goed uit en herbergt ontzettend veel geheimen. Op dit moment heb ik mijn belangrijkste opdrachten vervuld en ben ik nog steeds bezig met het grote aantal side-quests dat mijn wereld rijk is. De teller staat al op 45 uur en ik kan nog geen genoeg krijgen van mijn nieuwe beroep. Ik help mensen met hun problemen en ik vind het heerlijk.