Moeder natuur is een indrukwekkend iets. Haar grootte en haar invloed op het hedendaagse leven is onvoorstelbaar en zijn de oorzaak van het grote aanpassingsvermogen van de mens door de eeuwen heen. Als je bedenkt waartoe ze allemaal in staat is, zijn wij eigenlijk niets meer dan kleine en nietige wezens op een grote aardbol. Ontwikkelaar Asobo Studio kwam blijkbaar op dezelfde gedachte, want met de openwereld racegame Fuel schrijven ze geschiedenis door het grootste stukje virtuele begaanbare natuur ooit te creëren.
Aan ambitie geen tekort. De Franse studio beloofde onder meer barre weerssituaties, een volledige dag- en nachtcyclus en een totale oppervlakte van meer dan 14.000 vierkante kilometer aan ongerepte natuur. Gigantische bergketens, ravijnen, sneeuwtoppen en zandvlaktes… Je kunt het zo gek nog niet bedenken of het vormt het speelterrein waarop uren achtereenvolgens gereden kan worden, zonder ook maar één keer dezelfde locatie bezocht te hebben. De game is zo astronomisch groot, dat het harde werk werd beloond met een eeuwige plek in het Guinness Book of Records. Tevens zou je geen seconde laadtijd kunnen ontdekken wanneer je de moeite neemt om het complete speelterrein in één ruk te overbruggen. Ongetwijfeld indrukwekkende gegevens, maar aan de beloftes en het record hangt een zeer vervelend benzine luchtje.
Niet dat de beloftes en het record niet overeenkomen met de waarheid. Sterker nog, alles klopt zoals hierboven beschreven als een bus. Aangezien je vast al het lage cijfer en bijbehorende minpunten hebt gezien, moet er dus een flinke keerzijde het speelplezier in de weg staan. Honderden kilometers aan uitgestrekte landschappen en asfalt-, grint- en zandwegen klinken op papier indrukwekkend, maar het lijkt net alsof de jongens van Asobo Studio op elk ander gebied moesten opofferen om tot deze indrukwekkende grootte te komen.
In een racegame draait het natuurlijk allemaal om de races zelf, niet om indrukwekkende prestaties. En hier ligt nou net het grootste probleem van Fuel: de races zelf zijn niet leuk. De lange lijst met daarop talloze oorzaken zijn tijdens het ontwikkelingsproces blijkbaar over het hoofd gezien. De races zijn dermate slecht uitgewerkt, dat je constant hetzelfde scenario krijgt voorgeschoteld. De computergestuurde tegenstanders weten meestal veel sneller te starten, met een oneerlijke laatste positie tot gevolg. In de vrij lange checkpoint ritten die daarop volgen, word je geconfronteerd met doorzichtige AI en brakke besturing die de races er niet bepaald leuker op maken.
Omdat op de normale moeilijkheidsgraad de tegenstander met een slechter voertuig bijna niet in te halen valt, zul je met andere oplossingen moeten komen. Fuel bevat zowel races op een vaststaand circuit, als races die de speler volledig de ruimte geven om van het pad af te wijken en te kiezen voor de kortste weg naar de finish. Dit brengt echter wel risico’s met zich mee. Maak je een fout door ergens een berm of ravijn in te rijden, een checkpoint te missen, of de verkeerde weg te nemen, dan kan je het wel schudden. De concurrentie is, zeker na een vijftal uurtjes offroad racen, moordend, waardoor je vaak de neiging hebt om naar die beruchte restart knop in het hoofdmenu te gaan.
Niet dat je een keuze hebt, want alleen de eerste plek is van belang. Elke positie daaronder is dus verspilde moeite van tijd en energie. Met races die soms tien minuten duren (al lijkt het een eeuwigheid), kan het een aantal keren voorkomen dat je minstens een half uur nodig hebt voor het voltooien van die ene slaapverwekkende, maar daarom niet minder uitdagende event. Bovendien weet de wereld van Fuel op geen enkel moment te boeien, omdat er, op wat verdwaalde trucks na, geen kip, hond of andere vorm van intelligent leven in de open wereld te bekennen is. Het begrip postapocalyptisch is in dit geval een goedkope smoes om de kilometers kale vlaktes te verklaren. Asobo Studio lijkt dan ook totaal geen besef te hebben hoe het zijn racegame toegankelijk en leuk kan maken.
Gelukkig heeft de grootte van Fuel nog enig nut dankzij de vele opdrachten die verspreid liggen in de omgevingen. Ten eerste levert het winnen van races ‘Fuel’ op, waarmee je betere voertuigen kunt kopen, wat zeer belangrijk is voor de vordering van de game. Naast deze brandstof vormen sterren de tweede beloning. Voor het begin van elke normale race krijg je de keuze uit drie niveaus. Je verdient logischerwijs meer sterren op een hogere moeilijkheidsgraad, waardoor je sneller andere gebieden en bijbehorende uitdagingen vrijspeelt.
Naast de grote hoeveelheid standaard races kun je ook deelnemen aan verschillende type challenges voor het verdienen van de noodzakelijke Fuel. Zo is het de bedoeling om in Speedrun afstanden in een bepaald tijdsbestek af te leggen. In Seek ‘N’ Destroy moet je dan weer binnen de tijd wagens achtervolgen en van de weg afduwen. Het zijn allemaal opdrachten die even origineel zijn als de namen doen vermoeden. Chopper Chase verdient echter de eer voor de meest oninteressante uitdaging. Hierbij moet je in een persoonlijk gevecht met een helikopter over enkele honderden meters als eerste zien te eindigen. De afstand tussen jou en de helikopter blijft tot het einde minimaal 150 meter. Pas als de eindbestemming nabij is, neemt de snelheid van de helikopter af, zodat je in de laatste meters de piloot nog net voorbij kan razen. En dat zijn niet de enige momenten waarbij je tegenstanders zich vreemd gedragen.
Het idee van Chopper Chase was goed, de uitwerking duidelijk minder. Hetzelfde geldt voor de beloofde extreme weersomstandigheden. De tornado’s, orkanen en zandstormen zijn veel te weinig aanwezig en bieden helaas niet meer dan een aaneenschakeling van scripted events, zoals bijvoorbeeld twee elektriciteitsmasten die precies omvallen wanneer je er voorbij rijdt. Zulke problemen zijn kenmerkend voor Fuel: grote ideeën, maar door de gebrekkige uitwerking is de game vaker vervelend dan vermakelijk.
Hoe groter de spelwereld, des te groter de kans dat men op grafisch vlak moet inleveren. Fuel is hier helaas ook slachtoffer van. Door schaduwen en dergelijke die constant vlak voor je voertuig opduiken, vage textures en een onduidelijk zicht op wat er voor jou gebeurt, kan Fuel zich onmogelijk meten met de blinkende racers van tegenwoordig. Ook krijg je wel degelijk laadschermen voorgeschoteld, en dan vooral bij het crashen (!) of het opstarten van uitdagingen. Slimme jongens, die Fransen. De manier waarop ze beloftes hebben gemaakt die op een of andere manier toch blijken te kloppen, blijft indrukwekkend. Wel moet gezegd worden dat de uitzichten over de uitgestrekte landschappen op het juiste moment van de dag behoorlijk indrukwekkend kunnen zijn.
Waar Fuel technisch gezien nog redelijk voor de dag kan komen, is het met de audio huilen met de pet op. Bij het (her)opstarten van een race kan je onmogelijk een reden hebben om niet naar de uitknop van het geluid te grijpen. Zet tijdens het spelen je televisie of geluidsboxen op het maximale volume, en je buurman is de volgende dag in een omtrek van 14.000 vierkante kilometer nergens meer te bekennen. De ’muziek’ is zelfs zo monotoon en saai, dat het lijkt alsof de makers een middagje met de editor van Guitar Hero hebben gespeeld, om vervolgens het resultaat in de game te verwerken. Ze weten in ieder geval nooit de juiste snaar te raken, maar het kan nog erger. Niet alleen beginnen de achtergronddeuntjes al na vijf minuten irriteren, de motoren van voertuigen blijven dezelfde geluiden, die overigens niet bepaald bevorderlijk zijn voor de gehoorzenuwen, produceren.
Met een uitgebreide, maar zwaar teleurstellende singleplayer, hadden de online mogelijkheden het cijfer nog een beetje kunnen redden. Fuel biedt ondersteuning aan maximaal zestien spelers die in zelf gecreëerde races kunnen deelnemen. Helaas kampt deze multiplayer ook met de nodige schoonheidsfouten. Schijnbaar hebben spelers afgezien van de hevige connectie problemen, want bij tijd en wijl was er vrijwel niemand beschikbaar om mee de natuur in te trekken. Uiteindelijk is het ook typerend voor de leegte van dit zowel letterlijk als figuurlijk verwaarloosde landschap.
Conclusie
Asobo Studio mag dan wel de grootste (race)game ooit hebben gemaakt, enige vorm van speelplezier is in de ruim 14.000 vierkante kilometer grote natuur onvindbaar. Van begin tot eind voelt Fuel hetzelfde aan als een terreinwagen die op zijn laatste liter brandstof een steile berg oprijdt. Laat je niet door de indrukwekkende grootte van de game misleiden, want daarvoor is de gameplay te matig om over te gaan op een directe aanschaf. In plaats daarvan kun je beter kiezen voor de leukere en goedkopere oplossing: ga fietsen in het park.