De garage leek voor eeuwig op slot gemaakt te zijn. Gelukkig kwam er na jaren engelengeduld schot in de zaak. Met Gran Turismo 5 zou Kazunori Yamauchi de perfecte race-ervaring naar de PlayStation 3-console brengen. Een parkeerruimte van meer dan duizend wagens op de disc, maakt elke ware autoliefhebber wel warm. Maar is Yamauchi er ook in geslaagd om na al die jaren de racefans tevreden te stellen?
Laat ons beginnen met het begin. Na het toch wel bizarre introfilmpje start je carrière zoals altijd met het kopen van een auto. Opmerkelijk hier is dat de tweedehands wagen weer helemaal terug van weggeweest is. Maar net als bij de PlayStation Portable-versie opteert Polyphony Digital om telkens een beperkte lijst (van dertig) beschikbare auto’s open te stellen. Hierdoor kan je nooit het volledige aanbod in één grote lijst zien en zal je af en toe meerdere keren deze lijst moeten raadplegen om een auto te vinden voor een bepaald event.
Een nieuwigheid aan de Gran Turismo-reeks is het xp-levelsysteem. Dankzij deze vernieuwing is het niet verplicht om je rijbewijzen te halen. Ook wanneer je een nieuwe wagen aan je collectie wilt toevoegen, moet je eerst checken of de wagen wel geschikt is voor je niveau. Waar vroeger races werden opengesteld bij een bepaald rijbewijs, is ook dit gebaseerd op xp. Al deze ervaringspunten krijg je door races te rijden, rijbewijstesten af te leggen en deel te nemen aan special events. Ook werd er onlangs xp toegevoegd aan online multiplayer-races.
Zoals ik al aanhaalde zijn er drie grote raceluiken in deze game. De klassieke races, die telkens opgedeeld zijn in verschillende niveau’s van beginner tot extreme. Daarnaast zijn er de licenties gaand van B tot S waarbij je gradueel je rijkwaliteiten verbetert. Wanneer dit even gaat vervelen, kan je je storten op de Special Events. Variërend van het Top Gear-track, naar de Nascar-ovaal tot op het grind van een rally-stage zal je jouw rijkunsten moeten bewijzen. Elk van deze events geven je veel xp en een pak geld. Jammer genoeg is het zo dat eenmaal het event is voltooid, je er noch geld noch xp voor krijgt.
Al deze omkadering is mooi, maar waar het echt om draait, is hoe de game rijdt. Uitermate goed voor een console-game. Hoewel het zichzelf al jaren profileert als de ultimate racing simulator, kan het nog niet tippen aan echte simulators zoals iRacing of GTR2 en dergelijke. Toch kan dit de pret niet dempen. Wanneer je alle hulpmiddeltjes afzet, is het pure fun om bijvoorbeeld te rijden met een dikke bak op achterwielaandrijving. Van zodra je te vroeg op het gaspedaal drukt, ga je gegarandeerd slippen en moet je al je ervaring in de strijd gooien om dat brute beest te temmen. Ook is enige circuitkennis altijd handig. Hellingen in bochten kunnen je een enorm snelheidsvoordeel opleveren wanneer je de juiste lijn vindt. Echter wanneer je ernaast zit, verlies je geweldig veel snelheid. Hetzelfde geldt bij een circuit als de befaamde Nürburgring Nordschleife. Door het bochtige, heuvelachtige circuit waarbij je stukken aan constante hoge snelheid rijdt, is opperste concentratie een vereiste. In bepaalde bochten kan een klein foutje leiden tot een stilstand in de grindbak. Ook wanneer je auto slecht uitgebalanceerd is, zal je het moeilijker hebben om op snellere circuits je auto recht te houden.
Wanneer je moeite hebt met het winnen van races, kan je altijd een bezoekje brengen aan de ouwe getrouwe Tuning Shop. Waar in- en uitlaatsystemen, de motor en de turbo voor meer pk’s zorgen, zal een nieuwe versnellingsbak een snellere acceleratie geven. De rest van de opties, zoals de wagen verlichten en een beter veringsgestel gecombineerd met zachte banden, geven stabiliteit aan je wagen. Echter kost dit allemaal redelijk wat centen, dus denk goed na voor je upgrades uitvoert. Ook moet je erop letten dat je niet teveel pk’s in je wagen pompt, waardoor de versnellingsbak het sneller kan laten afweten.
Dat brengt ons naadloos naar één van de aspecten waar het meeste naar werd uitgekeken. Schade! Met de gepatchte versie is het zowel mogelijk om met mechanische als met blikschade te rijden. Jammer genoeg worden deze opties pas opengesteld wanneer je een hoger niveau hebt bereikt. Anderzijds is het ook wel een geluk, aangezien het niet goedkoop is je wagen steeds te laten herstellen. Nu de blikschade is een leuke toevoeging, maar jammer genoeg is het nog niet op niveau van een GRID of Colin McRae DiRT2 bijvoorbeeld. Waar de game wel goed scoort, zijn de physics bij schade. Zoek zo snel mogelijk de pitlane op of je wagen blijft de gehele tijd lastig tegensturen of haalt geen deftige snelheid meer. Ook leuk is dat bandenslijtage varieert bij je rijstijl en hangt natuurlijk ook af van het type banden dat je op je bolide hebt steken.
Dit strategische bandenaspect van het racen komt vooral naar voren bij de B-spec mode. In plaats van rijder, neem je nu de positie van teammanager in. Met je pas aangeworven coureur zal je hem moeten begeleiden naar overwinning, waardoor ook hij naar een hoger niveau stijgt. Let dus op met welke wagen je hem op de baan stuurt. Net zoals jij start ook hij op het laagste niveau, waardoor hij niet kan omgaan met pk-beesten. Je moet hem geleidelijk aan steeds een betere wagen geven.
Waar er ook veel om te doen was, is het grafische aspect van de game. Vooral dan het verschil tussen de premium en de standaardwagens. Wel, het niveauverschil is jammer genoeg zeer merkbaar. Waar de premiums blinken en tot in de details zijn afgewerkt, inclusief cockpit, bewegende ruitenwissers en lichten; moeten de standaardwagens zich tevreden stellen met een lageresolutie-model. Jammer genoeg is dat niet het enige mindere grafische aspect. Ook de schaduwen hebben last van vele kartelingen. De bomen lijken recht uit een racegame gekomen te zijn van enkele jaren geleden. De circuits zelf zien er echter wel zeer goed uit, al kon men hier en daar wat meer aankleding voorzien. De nachtraces in de regen zien ook fantastisch uit. Jammer wel dat ze niet hetzelfde spray-effect bereiken zoals F1 2010 dat deed.
Een veelgehoord beklag is dat de auto’s steeds een stofzuigergeluid maken. Bij de kleine wagentjes heb je inderdaad niet het impressionante geluid van een V12-motor. Er is toch wel duidelijk een verschil te horen tussen de motoren. Ook wanneer je nieuwe onderdelen steekt, zal je auto anders gaan klinken. Bij de echte krachtpatsers heb je het gevoel dat er een leeuw in je auto is gestoken. Dat geluid is werkelijk fenomenaal. Wat de A.I. betreft, maken ze een hele verbetering tegenover vroeger. Eindelijk gaan zij ook crashen en verdedigen ze zo goed mogelijk hun plaats of proberen ze jouw plaats in te nemen. Af en toe durven ze nog wel eens op je inrijden, maar het is toch al een hele verbetering.
Qua presentatie kan de game ook nog wel enkele updates gebruiken. Zoals ik reeds aanhaalde, zijn niet alle tweedehands wagens constant beschikbaar. Ook is er geen enkele mogelijkheid om ze te sorteren behalve op prijs en op naam. Daarnaast, ondanks de installatie, is het enorm lang wachten tot een race geladen is. Tussen de menuschermen vallen de laadtijden al bij al nog mee. Wat me meer heeft geërgerd, zijn de nutteloze bevestigingsschermen die met honderden aanwezig zijn. Ook in de Arcade-modus kon men wel enkele sorteringopties voorzien, omdat je nu steeds door een onoverzichtelijke lange lijst moet scrollen.
Op online gebied is de game ten opzichte van de Gran Turismo 5: Prologue. Nu is het mogelijk om snel je eigen lobby aan te maken waardoor je snel met je vrienden kan racen. Ook kan je jouw vrienden helpen door elkaars auto’s uit te wisselen voor bijvoorbeeld bepaalde events. Gelukkig zijn er met de mogelijkheid tot zestien spelers online bestraffingen geïmplementeerd, zodat het racen toch vrij vlot kan verlopen. Offline is het mogelijk om met vier mensen tegelijk te spelen.
br>Conclusie
Gran Turismo 5 geeft me wat gemengde gevoelens. Die rijervaring is inderdaad ongezien op console, maar het laat zoveel kleine steekjes vallen zoals de menustructuur, de laadtijden en de graphics. Het is een game die je tijd moet geven en hoe meer je ermee speelt, hoe meer het prijs zal geven van zijn ware kracht en hoe leuker je het gaat vinden.