Soms had ik graag superkrachten gewild. Het leven zou hiermee veel gemakkelijker zijn. Zo kon ik als Superman over de straten vliegen en was ik sneller op mijn bestemming. Gedaan met die lange busritten. Ik zie mezelf ook wel als Hulk. Wanneer ik bijvoorbeeld in een restaurant zit en niet tevreden ben over mijn eten en om een andere schotel vraag, kan ik mijn tafel ineenbeuken als ik mijn zin niet krijg. Ofwel ben ik James Heller, de protagonist van Prototype 2, dan kan ik immers iedereen op een nog gruwelijkere manier tot moes hakken.
Je leest het goed, Alex Mercer is niet meer de hoofdpersoon van de tweede Prototype. Die taak werd gegeven aan James Heller. Prototype 2 speelt zich enkele jaren na het origineel af. Heller is sergeant bij het leger en net terug van een missie uit het Midden-Oosten. Net thuis aangekomen, verneemt hij dat zijn vrouw en dochter zijn omgekomen door het Blacklight-virus. Dat virus was volgens de plaatselijke organisatie Blackwatch de schuld van Alex Mercer. Heller wilt wraak. Daarom probeert hij die schuldige te vermoorden, maar zonder resultaat. Hij wordt echter geïnfecteerd met het Mercer-virus, de versie die de drager brute krachten geeft. Al snel blijkt dat Blackwatch meer schuld heeft aan de virusuitbraak dan gedacht.
In plaats van één of andere reden te verzinnen waarom Mercer zijn krachten kwijt is geraakt, introduceren ze met Heller dus een nieuwe hoofdpersoon. Naast het feit dat hij regelmatig vloekt, komt het verhaal al bij al niet zo goed uit de verf. De plot is interessanter dan het eerste deel, maar het geheel blijft vaag. Van de verschillende personages die je tegenkomt, zul je slechts van een paar weten wat ze met het verhaal te maken hebben. Je zult dan zelf moeten speculeren. Hoe het ook zijn mag, de kronieken van Heller dienen voor de omkadering van missies.
Het is een deugd om te melden dat de missies veel gevarieerder zijn geworden. In tegenstelling tot zijn voorganger, zul je nu sneller geneigd zijn om deze game uren aan een stuk te spelen. Elk van de vele opdrachten is leuk om te spelen. Eerst infiltreer je een vijandelijke basis, dan breekt de hel los en mag je de vijandelijke troepen – manschappen, tanks, helikopters – afslachten, om daarna over de daken te zweven in een tijdsuitdaging om pakketjes te verzamelen. Allemaal zeer gevarieerd, waardoor je je niet zal vervelen.
Tijdens al dat vechten en heftige geweld is een goed werkend vechtsysteem een must. Deze keer is het minder chaotisch en werkt alles een stuk soepeler. Je moet weten met welke wapens je bepaalde vijanden te lijf kunt gaan. Om de zoveel tijd krijg je een grote vijand voorgeschoteld. Je overleeft enkel door hun aanvallen te ontwijken, om vervolgens stevig terug te slaan. Dit werkt allemaal goed, maar bij op momenten laat het vechtsysteem toch enkele steken vallen. Zo zul je soms per ongeluk voorbij een helikopter springen, welke je normaal gezien wou aanvallen. Al bij al werkt het systeem gewoon goed en die kleine foutjes mogen gezien worden als kleine vlekjes op een groot, wit doek.
Gepaard met dat vechtsysteem gaan natuurlijk je krachten. Deze zijn eigenlijk zowat dezelfde als in het eerste deel. Toch neemt dat niet weg dat het enorm vermakelijk is om ze te gebruiken. Naarmate je vordert, speel je steeds meer krachten vrij. Dit houdt de gameplay tevens afwisselend. Met je krachten zorg je voor eindeloos geweld. Lekker op dingen inhakken is steeds pure entertainment. Je kunt ze trouwens ook upgraden. Je doet dit door verschillende zijmissies te voltooien. Deze omvatten veelal dat je mensen moet absorberen. De zijmissies zijn in vergelijking van de hoofdmissies wel wat eentonig.
Je hebt de ervaring die je met die optionele opdrachten verdient wel nodig, omdat je zo krachtiger wordt. Je verdient er ervaring mee en verhoogt in level. Doe je nooit zijmissies, dan is de kans groot dat je later in het spel veel vaker het onderspit moet delven. De mensen in de verschillende gebieden hebben daarentegen het hoofd al gebogen. De wereld is onderverdeeld in drie zones. De groene zone is veilig, er is bijna niets aan de hand. In de gele zone zijn de mensen al besmet en ze worden als testobjecten gebruikt. De rode zone is heel gevaarlijk. Er lopen veel geïnfecteerde ‘personen’ rond. Alles wat beweegt wordt daar meedogenloos neergeknald. De drie verschillende gebieden zijn enorm verschillend van elkaar, wat wederom bijdraagt aan de variatie.
De vijandelijke AI is daarentegen steeds hetzelfde. Ze zijn niet al te slim… misschien een onbekend effect van het virus? Wanneer Heller is een gedaante van een Blackwatch-soldaat op de muren van gebouwen loopt, of wat dan ook, dan kijken de vijanden slechts even om. Natuurlijk vallen ze je aan als een metertje in beeld aangeeft dat je bijna ontdekt bent. Maar toch is het onlogisch. Een soldaat mag muren van 90 graden bewandelen, maar als een burger dat doet, dan valt het opeens meer op.
Meer zulke gevallen vind je in de missies waar stealth belangrijk is. Om tot bij je doelwit te geraken, moet je ongemerkt vijanden één voor één absorberen. Meestal staan ze in groepjes. Hun vriendenkring wordt sterk uitgedund, maar voor hen is er niets aan de hand. Waarom zou je daarbij trouwens stealth gebruiken als je ze ook gewoon allemaal kunt afslachten? Behoorlijk onlogisch allemaal. Ergens is het eigenlijk wel grappig.
br>Conclusie
Prototype 2 is op veel vlakken een verbetering in vergelijking met zijn voorganger. Het verhaal blijkt uiteindelijk toch redelijk vaag te zijn. De missies daarentegen zijn veel gevarieerder en leuker om te spelen. Zijmissies worden wel eentonig, maar dat zien we wel door de vingers. Je hebt ze wel nodig om in level te stijgen en sterker te worden. Later speel je meer krachten vrij, welke tof blijven om te gebruiken. Het maakt de game gewelddadig, iets waar niemand rouwig om is. Hoewel het vechtsysteem soms nog enkele steekjes laat vallen, is deze tegelijk versoepeld. Omdat de stad verdeeld is in drie duidelijk verschillende gebieden, biedt dat nog wat extra variatie. De vijandelijke AI leidt dan wel aan onlogisch denken. Het nut van stealth-missies doen je ook twijfelen.