Dat de middeleeuwen geen gemakkelijke tijd was, laten we even terzijde. Er waren nu eenmaal ridders: mannen in een sterk harnas die hun vijand letterlijk in de pan hakten. Rond die periode was vechten nog één en al kunst. Je vijand zijn aanval laten mislukken door zijn zwaard te blokkeren met dat van jou, om hem vervolgens met enkele rake slagen of steken neer te doen zijgen. Als kind probeerde ik zulke dingen ook, maar ik kwam niet verder dan een houten stok als ‘zwaard’ en brandnetels die dienst deden als ‘vijanden’. Gelukkig zijn er games waarin ik me uiteindelijk toch een beetje ridder voel...
… niet het bepaald soort ridder dat ik in mijn gedachten had, maar ik klaag (nog) niet. White Knight Chronicles II gaat meteen voort op de gebeurtenissen van het eerste deel. Er heerst oorlog tussen twee koninkrijken. De koning van Balandor nodigt de vorst van Faria uit op het verjaardagsfeestje van zijn dochter, prinses Cisna. Hij hoopt hiermee de geschillen bij te kunnen leggen. Helaas wordt hij vermoord en de prinses ontvoerd. De moordenaars zijn de Magi, een groepering die het artefact van de ‘White Knight’ willen stelen, om zo wereldheerschappij te verkrijgen. Dit is een artefact dat verborgen ligt onder de geheime ruimte van het kasteel van Balandor. Leonard, de geadopteerde zoon van een wijnhandelaar, is er toevallig om wijn te leveren. Hij is de Magi echter voor en blijkt de uitverkorene te zijn om het artefact te gebruiken, de gebruiker ervan kan veranderen in een grote, witte ridder. Zo weet hij de prinses te redden. Bij de start van het tweede deel is het koninkrijk Yshrenia goed op weg om de macht over de wereld te krijgen. Prinses Cisna roept Leonard op. Zijn eerste opdracht is om Yggdra te vinden. Deze man heeft de Retrospecticon, een boek waarmee men terug kan gaan in de tijd om zo de gestorven koning uit het eerste deel te redden. Natuurlijk kan Leonard dat niet alleen en staan Eldore en Yulie opnieuw aan zijn zijde, alsook je eigen personage, om hem te helpen.
Een flinke alinea over het verhaal, maar dat is nogal logisch. Het schijfje van White Knight Chronicles II bevat namelijk ook een opgepoetste versie van het eerste deel, wat een goede deal is bij aankoop. Zo kunnen onervaren spelers meteen bekend geraken met het concept. Dat is nodig ook, want bij het begin van het tweede deel krijg je geen enkele introductie. Daarom wordt je meteen na het opstarten voorgesteld eerst het origineel te spelen. Weet dat je dan héél wat uren nodig zult hebben tot je met het vervolg aan de slag kunt. Doe je dit niet, dan wordt je als het ware voor de leeuwen gegooid en is het een kwestie van verschillende knoppen – in allerlei combinaties - in te drukken tot het lukt. Heb je het een beetje onder de knie, dan is nog een kwestie van geboeid te zijn door het verhaal. Schrap dat laatste maar meteen van je lijstje: het verhaal is tamelijk cliché, soms onnodig gerekt en komt daardoor traag op gang. Je zal er bijna even sprakeloos van worden als je zelfgemaakte personage.
Inderdaad, opnieuw kun je een eigen avatar maken. Weer zijn de opties lekker uitgebreid en is het best leuk wanneer je er je tijd voor neemt. Aan de andere kant voegt mijn ‘Kenny’, zo heet ik, amper iets toe aan de plot. Hij vecht wel mee, maar zegt nooit een woord. Technisch gezien is hij dus enkel van nut om een groepje van vier te vormen of om het scherm te vullen. Hij start, net als de andere drie personages, meteen op level 35. Je kunt al zijn vaardigheden kiezen, als je meteen White Knight Chronicles II speelt natuurlijk. Zodra alle vaardigheden ingesteld zijn, mag je je avontuur beginnen. Verspreidt over de spelwereld vind je kleine, middelgrote en grote vijanden. Hoewel de eerste twee groepen er dikwijls saai uitzien, zijn de grotere interessanter. Ze zien er forser, vaak sterker en mooier uit. Toch is het nog niet voldoende om een ‘wow’-effect teweeg te brengen. De moeilijkheidgraad van het spel ligt nooit echt hoog en dat is jammer. Maar omdat de reusachtige beesten sterker zijn, krijg je wel een goed gevoel als je hen weet te verslaan.
Een gevecht winnen is een kwestie van keuzes maken. Net als in de vorige game heb je onderaan een balk waar je skills op staan. Je kiest zelf welke hierop komen te staan. Soms is het moeilijk om te kiezen, want er is behoorlijk wat variatie in de aanvallen. Als je tijdens het vechten op het juiste moment op de X-knop duwt, kun je een combo maken. Aanvallen aan elkaar linken gaat makkelijk, omdat de actie nog steeds turn-based is. Ook de gevechtsring is er nog, een cirkel die je na een aanval vol moet laten lopen voor je opnieuw kunt aanvallen. Een simpel systeem dat meestal goed werkt. Af en toe krijg je toch enkele ergernissen te verwerken, zoals teamgenoten die niet altijd vijandelijke aanvallen ontwijken. Constant wisselen tussen personages om niet geraakt te worden zou een oplossing zijn, als het tenminste niet te belastend was. Je bent namelijk al genoeg bezig met je te concentreren op je vijand. Elke vijand heeft een zwakke plek voor één bepaalde aanval. Het loont om hiermee een beetje te experimenteren. Zo blijf je steeds aandachtig tijdens de verschillende confrontaties. Als je eens geen zin hebt om oplettend te zijn, dan kan Leonard veranderen in de White Knight om je tegenstanders snel in te maken. Let wel op: dit gaat pas als je in gevechten voldoende action chips verzameld hebt. Het is tevens raadzaam om pas in uiterste nood te transformeren, je weet maar nooit wat er op je pad ligt.
Het moet gezegd worden, dat pad ziet er goed uit. De gigantische gebieden stralen steeds een typische sfeer uit die past bij dat gebied. Alle omgevingen zijn mooi vormgegeven. Op elk gebied zijn her en der zijn er nieuwe items te vinden, de schattenjagers onder ons weten alvast wat te doen. De online-gamers worden mede om hun wenken bediend. Daar speel je enkel met je zelfgemaakte personage, waarmee hij eindelijk iets toevoegt aan de game. De moeilijkheidgraad wordt hier lichtjes opgekrikt en samen met vijf andere mensen mag je missies aangaan. Niet alleen is het stukken vermakelijker, maar met het voltooien van missies kun je je eigen stad uitbreiden. Je kameraden of andere spelers kunnen vervolgens een kijkje komen nemen. De online multiplayer kan nog voor vele extra uren speelplezier zorgen. Online staat White Knight Chronicles II een stuk sterker. Uiteindelijk kun je, in het beste geval, ongeveer 50 uur speeltijd uit de game halen.
Conclusie
Over de content in White Knight Chronicles II valt niet te klagen. Niet alleen zijn het twee games in één, je kunt er heel wat uren mee bezig zijn. Dat valt niet te zeggen over het verhaal, dat cliché is en onnodig gerekt wordt. Een eigen personage maken is leuk, maar helaas voegt het weinig toe. De singleplayer is vaak te gemakkelijk, maar de grotere vijanden vermoeilijken het een beetje. De vijanden zorgen echter nooit voor een blijvende herinnering qua uiterlijk. Het gevechtsysteem laat toch wat meer indruk achter. In de aanvallen zit behoorlijk wat variatie en het vechten gaat vrij vlot, met een vleugje tactiek. Dit alles vindt plaats in mooie en sfeervolle gebieden. Wie zich aan de online multiplayer waagt, mag rekenen op talloze extra uren speelplezier. Online blinkt de game pas echt uit.